De Nederlandse bleke man drinkt, sinds jaren, een aantal keer per week een kopje koffie van € 1,50 in het etablissement. Soms zelfs wel twee. Hij meent dat hij daarmee rechten kan ontlenen. Hij komt binnen en heeft eigenlijk onmiddellijk de bokkenpruik op, zoals iemand het fijntjes opmerkt. De bleke man ziet zijn stoel namelijk bezet zijn. Hij schuift nukkig, op het hoekje van de tafel, een stoel bij. Het is een mooie dag in maart en de Fallas feesten zijn al in volle gang. Deze feesten kondigen het einde van de winter en het begin van het voorjaar aan. De zon schijnt al vrolijk op dit uur. De eigenaar van het restaurant heeft dan ook het schuifdak open geschoven, zodat iedereen van het zonnetje kan genieten. Maar de bleke man heeft daar geen zin in. GeĆ«rgerd wenkt hij een ober. Hij wijst naar boven en gesticulerend maakt hij duidelijk dat het dak dicht moet.
De ober haalt zijn schouders op en rent naar zijn volgende, wenkende, klant. Na 2 minuten heeft de bleke man er genoeg van. Hij beent zichtbaar boos naar de uitbater om zijn ongenoegen kracht bij te zetten. Nog eens een minuut later schuiven twee delen van het dak dicht. Vier jonge dames, die hun plekje in de zon zien overschaduwen, doen nog een poging bij de uitbater om het bevel van de bleke man terug te draaien. Zij zullen moeten verhuizen.
De uitbater heeft voor aanstaande zondag weer het ontbijt van €3,00, van bleke man, veilig gesteld.