Het zal de datum zijn, de 13e, want tot nu toe rust er geen zegen op. Ten eerste is daar het afscheid van Jikke en Mink, wat altijd weer een vervelend moment blijft.
Dan even na 9 uur slingeren we ons, door het Belgische land, naar het Limburgse Arcen.
Hoe ze het doet, doet ze het, maar telkens weer ziet mijn fotografe kans plaatjes te schieten tijdens een oversteek van een rivier. Hier is het de Maas die we oversteken. Als we Nederland binnenrijden gaat er toch weer een zucht van verlichting door de camper. Niet zozeer om weer terug te zijn, maar verlost te zijn van de abominabele toestand van de wegen in het Belgische. Enorme gaten “sieren” de wegen, maar dan ook alle wegen, of het nu B weggetjes zijn of hoofdwegen, overal knal je van het ene naar het andere gat.
Even over elfen arriveren we bij de slagboom van Klein Vink in Arcen. Vanaf dat moment ontspint zich een pandemonium wat wij nog niet vaak zijn tegengekomen. Wij wijzen de plek aan waar we graag willen staan, want daar staan we al jaren. De leidinggevende van alle medewerksters helpt ons, dus dat moet wel goed gaan, denk je dan. Niets is minder waar! We rijden naar “onze”plek, maar daar is op geen van de velden een ons toegewezen nummer 5 te vinden, welke €35,= per nacht gaat kosten, jawel, want de ACSI geldt dit jaar niet! Dus maar weer terug naar de receptie. Ik mag niet mee, vanwege de rust in de receptie. Nummer 5 is een zogenaamde camperplek. Als ik het hele eind terugrijd, zie ik het al van verre. Dit is “foute boel”. Hoge bomen richting het zuiden belemmeren ten ene male de ontvangst van het satelliet signaal. Mijn bloed begint alweer zachtjes op temperatuur te komen. Dus, ook ik, maar weer terug naar de receptie, let wel, iedere keer sta je een tijd in de rij, want er staan 6 meisjes te helpen, maar 3 daarvan staan alleen “te kijken”. Eén van de meisjes helpt ons “Er is verder niets meer vrij, mevrouw!”. Ik bemoei mij er heel even mee, “Mevrouw, €35,= voor een camperplek, zonder ontvangst!” “Maar mag ik Uw Iban nummer even?”, “Waarom, vraagt mijn regelaar ster?”, “Nou, U krijgt geld terug, want de ACSI korting is niet berekend!” “Huh!!” Ik hoor mijn woordvoerder een aantal argumenten over de balie gooien en plotseling krijgen we een 2e uitrijkaartje en de mededeling dat we op nr. 75 mogen staan! Dat is dus op het veld, waar we eerst stonden. O ja, we krijgen €13,= terug vanwege ACSI. Ik ben blij dat ik mijn vilten schoenen aan heb, want mijn klompen hadden anders in gruzelementen over de vloer van de receptie gelegen.
Ik zeg NOOIT meer iets negatiefs over een receptie in het buitenland!!
Een UUR later, na aankomst op de Klein Vink, zit ik quasi rustig mijn mail te bekijken.
Aansluitend gaat het naar de Wellnes, de reden waarvoor we hier überhaupt zijn. In het Term(in)aal bad verbaas ik me over de heren die met een gelukzalige glimlach in het oneindige staren. Even later, als de rij opschuift ontdek ik waarom. De massagestraal zit op precies de goede hoogte en dat is genieten geblazen. Komt het dan alsnog goed met deze dag?
De jongeman, achter de kassa bij de campingwinkel, heeft het druk, heel druk. Op z’n stoel, waar hij liever niet van opstaat, voelt hij zich de koning te rijk. Ik wacht een moment van rust af, om te vragen of ze ook witbier verkopen. Dit moment komt, als hij alsnog, zelf, een prijs van een product moet zoeken. Want de oproep via de luidspreker heeft op zijn collega’s geen enkel effect. “Heeft U witbier?” vraag ik als hij erlangs loopt. “Ik ben even bezig meneer!” Ik denk, “joh, zak erin, snotaap.”
Het plan om nog een dag bij te boeken, valt in het water. Morgen is alles volgeboekt. Wij zoeken een gezellige camping op.