woensdag 30 maart 2022

Home Sweet Home

 Komen waar je komt, zijn waar je bent. Het was de lijfspreuk tijdens onze tijd aan boord van de diverse zeilboten. Want je wist immers nooit waar je de volgende dag zou liggen met je boot, omdat je vaak afhankelijk was van wind en andere elementen, die voor of tegen je werkten.

Zo zitten we vanmorgen gezellig, tijdens het tv programma Koffietijd, ook van een bakje koffie te genieten, als Hoofd-meteorologie haar telefoon zit te raadplegen. "Het ziet er de komende dagen niet echt goed uit, qua weer", opent ze het gesprek voorzichtig. "Hoe erg wordt het dan?" vraag ik nog een beetje afwezig. Uit die halfslaap toestand word ik snel wakker, als er sneeuwverwachtingen en vorst waarschuwingen uit haar telefoontje komen. Nu hebben we nog een tussenstop in gedachten op de Veluwe, maar ook daar zijn de verwachtingen niet veel beter. Ik merk dat er geen besluit uit de bus komt, dus hak ik de spreekwoordelijke knoop door. "Oke, we gaan naar huis", meld ik standvastiger dan ik bedoel.

Vijfenveertig minuten later draaien we de Voerenstraat af en duiken we het Limburgse mergelland in.

Niet veel later rijden we Mheer binnen, waar we al diverse keren met de fiets door zijn gekomen en niet te vergeten met de bus naar Maastricht.

Ik kan het niet ontkennen, dat we met weemoed afscheid nemen van deze prachtige omgeving en enerverend landschap.

We moeten nog wel even de dieseltank voeden, anders komen we nog stil te staan. Ook de LPG tank wordt aangevuld "Want stel je voor", stelt Hoofd-brandstof. 34 liter diesel en 20 liter LPG en Hoofd-centen mag € 120,- aftikken.  Ze komt nog wel met een dure bos bloemen aanzetten en ik moet zeggen, ik voel mij vereerd. Maar jammer, de bloemen zijn voor haar zelf bedoeld.


Als we de IJssel passeren is het hooguit nog een uurtje noordwaarts. Het is druk op de weg en er is een vraag die mij al jaren bezig houdt. Vrachtwagens mogen officieel  80 kilometer per uur rijden, maar ze rijden allemaal rond de 90 km/uur. Hoe en waarom is dat eigenlijk mogelijk.

Maar oké, we zijn weer thuis en ik moet zeggen: "ik ben bekaf."