Ons is een temperatuur van 23 graden beloofd, maar de Objecta thermometer in de camper komt niet hoger dan 19 graden. "Klagen met het brood in de mond", ik realiseer mij dat.
Wat ik mij ook realiseer is de vergankelijkheid van het leven. Want terwijl ik in het zonnetje een boek zit te lezen, passeren, de één na de ander, allerlei nog niet ontdekte buren. Ze maken gebruik van de leeg gekomen plek en hoeven dus nu niet meer om te lopen naar de wasbak en toiletten. Hierdoor krijg ik een nieuw en mooi, of minder mooi, inzicht in de populatie van deze camping. Ik kan wel concluderen dat het overgrote deel zit te wachten op een operatie, of heeft deze operatie al ondergaan, maar laat het herstel nog een paar jaar op zich wachten. Ja, ja, ja, ik zit in diezelfde categorie, maar ik zei al dat ik mij de vergankelijkheid van het leven realiseerde.
We wandelen vanmiddag, nu eens niet naar het strand, maar via de weg naar het concours hippique centrum. Onderweg stuiten we op deze container, die waarschijnlijk is omgewaaid, maar kennelijk voelt niemand de behoefte dit weer op te ruimen of door te geven aan de verantwoordelijke instantie.
Oke, Concours Hippique centrum. Jarenlang horen we in deze periode en om deze tijd, de omroeper van dienst de uitslagen benoemen. Dit jaar blijft het akelig stil. Het centrum bestaat uit een groot aantal tent stallen, waar nu een enkel paard gestald staat. Ook de arena, of springbak ligt er verlaten bij.
Net zo verlaten als deze citroen zich moet voelen, hoewel hij nog niet echt uitgeknepen is.