Het is een heldere avond en ik doe nog een armzalige poging de volle maan en haar reflectie in de Weser te vangen.
Een heldere avond betekent vaak een frisse nacht en dat komt ook vannacht weer uit. Als ik vanmorgen vroeg een sanitaire stop maak, weet ik niet hoe snel weer achter de "gebreide broek" te komen.
Onwillekeurig maak ik me zorgen om de stoere papa en dochterlief, met deze kou. De digitale thermometer komt, om zeven uur, niet verder dan 6 graden.
Bij navraag, Hoofd-vraagbaak meldt zich vrijwillig, blijkt het in de kano prima toeven te zijn, ook als het koud is. Het is een lieflijk tafereel, dochterlief en papa aan het ontbijt, ook al heeft papa het maar druk met zijn telefoon.
Vandaag gaat het naar Bevern, daar schijnt volgens Hoofd-cultuur een mooi slot te staan.
Het is een leuk slot, zo van de buitenkant, terwijl de binnenplaats in beslag wordt genomen door een enorm podium en veel stoelen.
Ik kan nog net een leuk plaatje maken van de hoektoren, tenminste, als de twee keuvelende dames even willen doorlopen. Het Slot Bevern is gebouwd in de zogenaamde Weserrenessance stijl. Mijn studieboeken van vroeger hebben hier kennelijk een informatie gat gekend, want ik had nog nooit van deze stijl gehoord.
Binnen is een fototentoonstelling over het aanwezige wild in Niedersaksen.
Dat er vleermuizen voorkomen kan ik wel inkomen, maar ik zie ook foto's van tijgers en daar ben ik niet van overtuigd.
Als we wat dieper in de krochten van het slot doordringen, sta ik ineens oog in oog met de fiets van mijn moeder. Werkelijk, ik herken zelfs het fietsplaatje, dat op 1 augustus 1924 verplicht werd.
Om die nare smaak weg te spoelen wil Hoofd-ijs nog aan de overkant een heerlijk spaghetti ijs eten. Kijk dan is de terugweg naar Holzminden een eitje.