95 km staat er op het programma voor vandaag, want Ali heeft een camperplek oftewel “Stellplatz Schachtholm” aan het NOK uitgezocht.
Dit is ons uitzicht op het Noord- Oostzee kanaal. Het grappige is dat enkele campers met de rug naar het kanaal staan. De reden ligt erin dat deze camperplek ook aan een vliegveldje ligt en voor sommigen ligt daar hun interesse.
Het Noord-Oostzeekanaal of Kielerkanaal (Duits: Nord-Ostsee-Kanal, afgekort: NOK) vormt de verbinding tussen de Noordzee en de Oostzee. Het behoort tot de drukst bevaren kanalen in de wereld. Het kanaal doorsnijdt de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein met als, voor ons, beginpunt Brunsbüttel aan de Elbemonding en tot het noordoostelijk gelegen Kiel, een afstand van 96,8 kilometer. Schepen die varen van de Oostzee naar de Noordzee, of omgekeerd, hoeven nu niet de reis om Denemarken te maken. Een schip, dat vaart tussen de haven van Rotterdam naar het Poolse Stettin, kan zo de reis met iets meer dan 325 kilometer bekorten. Door de economische groei van de Baltische landen en Rusland groeide de scheepvaartlading in dit kanaal van 48 miljoen ton in 1996 naar 150 miljoen ton in 2013. In de jaren 2007 en 2008 was er sprake van een piek in het verkeer; nadien zijn de vervoersstromen gedaald mede door de aanhoudende lage economische groei in Europa.
Jaar Aantal schepen Vervoerde lading (ton) Bruto tonnage (ton)
1996 37 055 47,9 miljoen 68,5 miljoen
2000 38 377 57,9 miljoen 95,1 miljoen
2005 42 552 88,2 miljoen 138,7 miljoen
2008 42 811 105,9 miljoen 175,2 miljoen
2009 30 314 70,5 miljoen 115,9 miljoen
2013 31 079 94,8 miljoen 150,3 miljoen
Een markant punt aan het kanaal is de Rendsburger Hochbrücke bij Rendsburg met het daaraan hangende zweefveer.
Jarenlang zijn wij, met ons bootje, niet verder gekomen dan het laatste eiland op de Duitse Wadden namelijk Wangerooge. Gekscherend roep ik nog wel eens dat we 10 jaar bezig zijn geweest de Oostzee te bereiken en steeds bleven steken op Wangerooge. Maar we hebben ze zien staan, de mensen die in 4 weken naar de Oostzee op en neer raasden. Met het “Mes in de bek” stonden ze op de punt van de steiger te wachten tot het ‘weer’ beter werd om de oversteek naar Brunsbutel te wagen. Om omgekeerd, als ze weer ‘naar hun werk’ moesten en het te hard waaide om ‘buitenom’ weer naar Nederland te stuiven.
We staan nu ‘relaxed’ aan het NOK en genieten van de passerende bootjes.
De bodem trilt als er weer een ‘scheepje’ nadert, waarvan sommigen zelfs het licht een beetje weghalen.