Eigenlijk direct na het ontbijt gaan de fietsen van de camper en rijden we in 6 minuten naar het dorpje, dat 4 km verderop ligt. Ja, de rekenaars onder jullie zullen begrijpen dat dit erg hard is gegaan en dat klopt. Het gaat bergaf, maar niet zonder gevaar, want hier en daar ligt nieuw gravel en daar glijd je snel onderuit.
Maar als we beneden aankomen is het uitzicht adembenemend. Ondanks dat het verboden is tussen 15 mei en 15 september met dieren op het strand te komen zijn een aantal jockeys aan het oefenen met hun paard met sulky. (Een sulky is een lichte tweewielige kar die vooral in de drafsport gebruikt wordt.)
Het plaatsje heeft twee minuscule haventjes, aan beide einden van het stadje.
Maar eerst maar eens een lekker kopje koffie, hoewel we hier op het 2e stee zitten. Bij de eerste bestellen we en trekken vast onze jasjes uit en wachten af. Even later komt de juffrouw terug, met de mededeling dat er geen koffie is! Je bedenkt het niet! In het volgende lokaal bestellen we “Un espresso et un cafe au lait” waarop de kelner zegt; “Lietelorbiek”…… ons Frans is niet sterk, maar ik moet toch een aantal keren vragen wat hij zegt. Na een tijdje krijg ik het door, “deze man probeert Engels te praten!” Lie-tel or Biek” staat voor “little or big” en doelt daarmee op de café au lait van mijn kompaan.
Het blijft een gek gezicht om zoveel bootjes “op één oor” te zien liggen als het water weer eens is verdwenen.
Het is maar te hopen dat “moeders” hier eerder weer terug is dan het water. Maar ook bij haar zal de invloed van de maan wel zijn uitwerking hebben.
Morgen gaat het verder langs de Bretonse kust.