Eigenlijk kan ik al aan het aantal foto’s zien, of er nog iets te beleven viel, vandaag. Deze keer is het weer een “goeie vangst” en mag ik daar een verhaaltje van aan elkaar breiden.(Ik wist al wel dat ik op mien moeke leek). Strak om 9 uur verlaten we de camping, dat wil zeggen, ik doe een poging! Want na een tijdje, voor de verkeerde slagboom te hebben gestaan, verlost het “receptionmeiske” mij, door erop te wijzen dat ik links sta en de slagboom dan niet open gaat. Oh jongens, het wordt snel minder met de oude man.
Maar het lukt uiteindelijk en we rijden een prachtige wereld in, hoewel hier en daar er toch met ons verstand wordt geknoeid.
In een klein dorpje worden we geconfronteerd met een “Deviation”, oftewel een omleiding. Hierdoor krijgen we zoveel van het dorpje te zien, dat mijn bij rijdster vindt dat het nog een “redelijk groot” dorp is. Ja, dank je de koekoek, we rijden het drie keer rond!
We dienen de Loire over te steken en ontdekken dat dit riviertje toch iets groter is dan we verwachten. Zeker gezien de omvang van de brug die deze rivier overspant.
Hier ontdekt mijn fotografe ook de specifieke manier van vissen, die op de Loire plaatsvindt.
We naderen ons eindpunt en treffen dit soort velden langs de zijkanten van de smalle weg aan.
Nee, dit zijn geen rijstvelden maar hier wordt zout gewonnen, want Batz-sur-Mer, in het departement Loire-Atlantique, is vooral bekend vanwege de zoutwinning. Langs de wegen van de uitgestrekte percelen van de ‘marais salant’ wordt het zout verkocht in twee variaties:
Het gewone grove zeezout dat grijs van kleur is en het meer kostbare “fleur de sel”, dat wit van kleur is.
We fietsen nog even naar Le Croisic, een prachtig vissersstadje en een rijke viscultuur, maar daarover later meer. Op het moment dat we in het stadje arriveren is het “laagwater”