De haven van Le Croisic, op het puntje van het schiereiland Guérande, ligt tegenover de punt Pen Bron en de Grand-Traict, een golfstroom die de kwelders voedt. In de 16e eeuw zorgden trotse reders, loodsen, kooplieden en schippers voor de welvaart van deze haven en dat is te zien aan de architectonische pracht. De haven wordt nog steeds intensief gebruikt.
Vis en schaaldieren worden ook, vandaag de dag, nog steeds gelost op de kades. Met de toename van het toerisme nemen ook hier de watersportactiviteiten toe. Ik meldde al dat de zoutwinning belangrijk is, maar om niet alles in te zetten op zout heeft de stad de zeehandel uitgebreid met kabeljauw en sardine.
Wat overigens niet op deze wijze meer wordt gevangen.
Gisteravond laat verdwijnt mijn fotografe nog even naar het strand (100 meter verderop) en komt terug met deze betoverende plaatjes.
Vandaag, het is prachtig warm weer, gaan we nog even naar het centrum van Batz sur Mer.
In 2011 passeert de Tour de France “vlak langs” Batz sur Mer en daar maakt deze kroeg nog altijd dankbaar gebruik van.
Het is een wonderschoon stadje, alleen pech dat de kerk een kleine pauze heeft ingelast. Rechts beneden staat de reisleidster de tijden te checken. Nu heeft het bezoek aan een kerk in Batz sur Mer best wel een risico factor.
Want bij de laatste preek van de pastoor, in deze kerk, ging het dak eraf.
Dus bouwden ze maar een nieuwe kerk, pal achter de oude.
Er wordt de komende dagen regenachtig weer voorspeld, dus beraadt Hoofd-reisleiding zich op de planning.
Ik hoor zojuist dat we weer naar het stadje fietsen, want daar schijnen mosselen met patat geserveerd te worden. Onweerstaanbaar, zegt iemand naast mij.