Nog maar net in de wereld der levenden krijg ik de vraag “Wat doe je aan vandaag?”. Nog voordat ik kan antwoorden, dat ik mijn comfortabele trainingsbroek aandoe, wordt er onmiddellijk aan toegevoegd “We gaan wel fietsen!”. Voor mij betekent dit dat ik een andere broek zal moeten zoeken, dan die trainingsbroek, waarmee ze inmiddels in handen staat. Trouwens, die trainingsbroek, waar ik op duid, is een zeer net exemplaar die evenzo de naam pantalon zou kunnen dragen.
Het gaat vandaag naar Denia, een kleine 15 km naar het zuiden en een zeer beduidende stad in deze omgeving. Met de wind in de rug en het zonnetje in het gezicht, wordt het een heerlijke tocht van een uurtje, pal langs de Carratera de Les Marines a Denia. Het adres wat onze Duitse vriend ons, lang geleden, gaf als het adres van camping Los Patos. Alleen gaf hij kilometerpaal 12 als extra punt aan.
Kilometers lang is de aanloop naar het centrum van Denia. Een niet aflatende rij van appartementencomplexen, maar wel pal aan zee.
In het centrum wordt koffie gedronken en we zitten pal aan een rotonde, onder een palmboom en naast een telefooncel. Waar zie je tegenwoordig nog een telefooncel. Ik denk dat je de jeugd van tegenwoordig uit moet leggen dat je daar, lang geleden, een kwartje ingooide en dan naar huis belde, met de mededeling, dat alles goed ging. We zitten ruim een half uur bij deze rotonde en het valt mij op dat er werkelijk niet 1 keer wordt geclaxonneerd. Ook al worden er regelmatig stunts uitgehaald, het wordt allemaal “in den minne” opgelost.
Wie wel de rust verstoren zijn de kleine papegaaien, die veel lawaai maken. Druk bezig met het bouwen van hun nest en daarbij dulden ze geen indringers in “hun” palmboom.
Op de terugweg, die trouwens verder weg lijkt dan de heenweg, doen we Le Verger nog even aan om boodschappen te doen.
Er moet iets van mijn hart. Als we het brugje bij de camping op willen rijden, komen er twee “oudjes” ons voorbij en bereiken het brugje eerder dan wij. Ik merk dat mij dat irriteert, want nu kan ik niet de brug “op fietsen”, maar moet, achter die oudjes aan, ‘lopen’. Trouwens, die “oudjes” zien we de hele weg naar Denia niet weer, want ze hebben aardig ”de sokken erin”. Vanmiddag wil ik even “de plee” legen, maar een “oude man” is mij net voor en ik moet op hem wachten.
Potjandorie, waar heb ik het over,… “Ik ben zelf al over de 66 jaar!”. Ik hoop maar dat dit te maken heeft met het perspectief van waaruit je dingen bekijkt. Je “voelt” je jong, maar de tijd haalt je in.