Mijn oren worden op dit moment gestreeld door het rappe converseren van een Spaanse familie, pal naast ons. Met z’n tienen gaan ze zo barbecueën, want meneer is slager. Op deze 1e april vieren we niet alleen de verjaardag van onze oudste kleinzoon. Hij wordt vandaag 12 jaar, maar we vieren ook het feit dat we zijn verkast. Al drie jaar lang, zolang we hier op Villasol staan, heeft mijn reiskompaan een plekje geambieerd met uitzicht op het zwembad. Vandaag komt dit plekje vrij en terwijl ik mij niet al te best voel, pakken we ons boeltje bij elkaar en verzetten de camper.
Zie haar zitten, met aan haar voeten het zwembad, de palmbomen ruisend boven haar hoofd en herhaaldelijk uitroepend, “dit heb ik al jaren gewild”. Het zwemwater is voor haar nog te koud om te zwemmen, maar als ze even later een Duits echtpaar in het bad ziet plonsen, is het programma voor morgen alvast uitgebreid met een frisse zwemsessie.
Het gesternte kan niet anders dan goed zijn als ze even later ook nog een zeldzame Hop voor haar camera langs ziet huppelen.
Het is dan ook idyllisch, zo pal aan het zwembad. Ik moet eerlijk bekennen, als ik een bevallige jonge dame langs de badrand zie tippelen, dit nieuwe plekje ook voor mij een bepaalde aantrekkingskracht krijgt. “Des te langer we hier staan, des temeer jongeren hier langs zullen komen” zegt mijn wederhelft en gooit hiermee nog een beetje olie op het al zachtjes in mij smeulende vuur.
Ik zeg dat we hier tot half mei blijven staan.