Om 10 minuten voor elf arriveren we bij Torre Levante aan de boulevard. Waarom die tijd zo belangrijk is? Dat wordt gedurende het verhaal wel duidelijk. Het is 2e Paasdag, tenminste voor ons en onze mede Nederlanders, want in Spanje wordt deze dag niet ‘gevierd.’ De meeste Spanjaarden zijn wel vrij, omdat de 1e januari dit jaar op een zondag viel en daar worden ze vandaag voor gecompenseerd. Toch vertrekken veel mensen alweer richting huis en je merkt dat het rustiger wordt. Na ons eerste kopje “Cafe con Leche”, komen Piet en Ria ook langs. Normaal zijn die op maandag iets later, omdat het op die dag poetsdag is, maar voor hen is het ook Pasen, dus doen ze de andere helft “mañana”. Het wordt later en later en ik herinner mij de uitspraak van mijn drink zuster, “Ik wil hier nog een keer aan de Sangria”.
Dan lijkt het mij verstandig om eerst een bodempje aan te leggen, dus wordt er wat eten besteld. Natuurlijk voor mijn disgenoot inktvis ringen. Ik ga mezelf te buiten aan een fors aangeklede hamburger, compleet met salade, friet en een gebakken ei, maar dan wel met een hele dooier. Biertje en wijntje completeren het maal. Het is genieten, zo pal aan de boulevard, waar de wereld aan je voorbij trekt. Het zonnedak gaat dicht en dat is geen overbodige luxe, want de zon begint al aardig te bakken, terwijl wij uit de wind zitten. Dan is het eindelijk zover.
Eén liter Sangria voor ons saampjes, ga er maar aan staan, of zitten. De bediening, die ons al beginnen te kennen, vinden het maar wat leuk dat we nu eens iets meer nuttigen dan een kopje koffie. De vruchten in de Sangria zijn voor mij, want zegt Ali “daar zit de meeste alcohol in” .
Om even voor vieren pakken we ons boeltje bij elkaar en wandelen nog even over de boulevard, alvorens we een bezoekje aan het ziekenhuis brengen. Het gaat steeds een stukje beter met de patiënt.