Regelmatig komen er vragen onze kant op waarom wij in hemelsnaam naar Benidorm blijven gaan. Laat ik beginnen met gisteravond. We eten bij de Chinees en buiten het heerlijke eten vermaken wij ons uitermate. Nu heeft mijn disgenoot een, laat ik het netjes zeggen, welluidende lach. Het begint al bij het bestellen als ik “Kip pindasaus” bestel. “Nou, daar heb ik nog nooit van gehoord!” lacht de kleine Chinese, die de bestelling komt opnemen. “Nee, dat klopt”, zeg ik, “dat heb ik ook zojuist zelf bedacht en jullie krijgen nu de primeur!” Ze komt niet meer bij. Als iemand anders aan tafel “Bami Ketjap” bestelt, ligt ze bijkans onder de tafel. De besteller bedoelt “Babi Ketjap” Na de maaltijd bied ik aan de rest van de restaurant bezoekers mijn welgemeende excuses voor het lawaai van onze tafel. Na het eten voor €4,95 wandelen we nog even over de boulevard.
Dat is ronduit gezegd, genieten van de zaken die Benidorm zo uniek maken. Deze dame staat uren achtereen het publiek te vermaken, maar ik moet weer mee van mijn eega.
Wat te doen als je hoge nood hebt? Wel, je zou even tegen een boom kunnen plassen, maar wat ook werkt is in een flesje plassen. Even later giet hij het netjes in het gootje met rooster langs de boulevard. Tja, er gebeurt soms wel eens iets in Benidorm. Ik bespaar jullie maar de foto’s van alle vrijgezellen party’s die we onderweg nog tegenkomen.
Vanochtend, na het Brekvasten bij Torre Levante, wandelen we rustig naar de camping.
Het is markt en het is daar erg druk. Deze heren knappen even een uiltje op een bankje, pal tegenover de markt, waar de luidsprekers luid schallen.