Wat zou het leven saai zijn als je iedere dag zou kunnen voorspellen. Maar laat ik beginnen met gisteravond.
Het uitzicht, overdag, vanuit onze camper is mooi te noemen, maar ’s avonds is er ook niks mis mee. Bijna feeëriek is het plaatje te noemen als de verlichting in het zwembad aan gaat en iedereen naar haar of zijn nachtleger is vertrokken.
Tijdens de koffie, bij Torre Levante, krijgen we te horen dat één van onze kennissen vannacht, om 3 uur, is opgenomen in het ziekenhuis. Wij spoeden ons ernaar toe. Nu staan Spaanse ziekenhuizen niet direct bekend als goed, maar wat wij op de kamer van onze kennis te zien krijgen tart ons voorstellingvermogen. Ik zal proberen het voorzichtig aan jullie voor te stellen.
De patiënt ligt aan een infuus en wordt vocht toegediend. Dat infuus is in de nacht losgeraakt met alle gevolgen van dien. Op de vloer liggen in bloed gedrenkte lappen en daar omheen liggen op de rest van de vloer, in de gehele kamer, enorme spetters en vlekken met bloed. De patiënt, die vanochtend al door zijn vrouw is gewassen, ligt in een blauw hemd wat ook onder de bloedvlekken zit. De dekens, zowel op als onder hem, zijn doordrenkt met vocht en bloed. Let wel, het is op het moment van ons bezoek, rond 1 uur in de middag en het is nog steeds niet schoongemaakt. Ik informeer maar eens voorzichtig of dit een normale gang van zaken is. Als de schoonmaakster, rond 2 uur, binnenkomt zie ik haar verbijsterd rondkijken en dan neem ik maar aan dat ze zoiets wel vaker heeft gezien. Ze desinfecteert en maakt de vloer schoon.
Rond 4 uur verlaten we het ziekenhuis, onder de belofte dat we morgenochtend om 9 uur weer aanwezig zijn, als de arts zich meldt.