Laat ik beginnen de situatie te schilderen waarin ik mij vanmiddag bevind. De zon schijnt en het is warm, ik schat zo’n 23 graden. Iedereen zit buiten en wij dus ook.
Links bevindt zich een komkommer die een niet aflatende litanie aan vragen en antwoorden uitbraakt. Waarom een komkommer? De beste man heet Gernot Gurke en is onze buurman, je weet wel, van de wasmachine, hij is nu even eten Rechts van mij zitten, in de voortent van Folkert, een tiental Duitse dames, in koor, hun Spaanse les te reciteren. Het kan op een camping soms heel gezellig zijn.
Gisteren meldt Folkert zich via zijn openslaande caravan raampje. Het ding staat zo dicht op ons, dat het open raampje over de scheiding van de heg rijkt. “Hij moet water halen, dus als wij ook inkopen willen doen, kunnen we meerijden.” Kijk, er zijn zaken waar ik geen enkele kijk op heb, zeker niet op de voorraadkast, dus meld ik Folkert dat er overleg met de directie plaats zal vinden. Die laatste begint gelijk zaken klaar te zoeken en 2 minuten later staan we klaar.
In de Lidl geven wij weer even blijk van de geoliede machine, die wij beiden vormen, als het op boodschappen doen gaat. Als de hele voorraad al in onze kar ligt en we hebben afgerekend, staat Folkert nog in de rij met 6 flessen water plus kattenvoer. Dat laatste heeft hij zorgvuldig ingepakt, omdat hij weet dat wij het niet op prijs stellen dat hij de zwerfkatten voert.
Want als ze op deze camping niet uitkijken dan wordt het werkelijk een plaag, gezien de activiteiten hier door mijn fotografe treffend in beeld gebracht. Hoewel Ali bij hoog en bij laag beweert dat de ene poes de andere poes aan het voort duwen is.