Gisteravond gaat het naar El Albir om daar bij de Roemeen te gaan eten. Kennelijk is het een gewilde eetgelegenheid want, ondanks dat we mooi op tijd zijn, loopt de zaak al aardig vol. Maar er is een plaats besproken voor 8 personen op de naam “Antonio”. Het vreemde is dat wij niemand uit de groep kennen die zo heet, maar dat wordt ons later uitgelegd. “Theus” heeft besproken en om die naam aan een Spanjaard uit te leggen moet dit minstens een aantal keer gespeld worden en dan is het nog maar de vraag of het lukt.
Wij mogen aanschuiven bij Riky en Theo, Theus en Annie en Anne Roos en Frans. Uiterst gezellig en heerlijk eten maken er een fijne avond van. Aan het eind van de avond komt deze blog ter sprake en waar ik zoal over schrijf. Het zullen de twee glaasjes witte wijn zijn geweest maar ik geef als voorbeeld “dat we de hele avond gezellig hebben zitten kletsen, maar ik door het Limburgs er niet veel van heb begrepen”. Hm, je moet maar durven.
Aan het eind van de avond kom ik erachter dat het restaurant de naam “Transilvania” draagt, naar het kasteel van Dracula. De legende luidt, dat na een veldslag in 1462, laat Graaf Dracu(la) een heel veld gespietste Turken achter, als waarschuwing voor de vijand. Nu heb ik gelukkig kip gegeten, maar er zijn een aantal van ons die iets van een been of poot hebben gegeten!?
Vandaag wandelen we in een heerlijk zonnetje eerst een half uurtje over de weekmarkt, om vervolgens koffie te gaan drinken op de boulevard. We belanden aan tafel bij de “Brekvasters”. Op de terugweg naar de camper komen we langs een uitgelaten groepje Engelsen, die een vrijgezellen party vieren.
Uit de verte lijkt het een groep in “Lederhosen”, maar dichterbij gekomen blijken het kabouters, of Hobbits, te moeten voorstellen. Ik neem maar niet de moeite om naar de achtergrond te vragen.