Het is vroeg als ik dit aan het tikken ben, maar daarover zo dadelijk.
Gisteravond zijn we gaan eten in een gigantisch hotel, in een stadje hier van de camping best wel een stuk vandaan. Met 2 busjes worden we naar het hotel vervoerd. Nu is mij wel verteld dat de hoteleigenaar iemand was die ook iets met de camping van doen had, maar toen er een dame ons op het bordes van het hotel welkom heet, moet ik toch even 2 maal met mijn ogen knipperen. Is dit echt dat oude vrouwtje, dat ik regelmatig over de camping zie sloffen? Is dat dezelfde vrouw in een slonzige broek, met een hoofddoek op en daar bovenop een gekke pet? Ja, dit moet haar wel zijn, deze eigenaresse van dit hotel. Een ieder krijgt een hand en we worden vervolgens naar onze plek begeleid. Deze kleine vrouw, die medewerkers met een genadig knikje begroet, wijst ons de weg. Het buffet wordt inmiddels ingericht en omdat we niet de enige eters van vanavond zijn, naar ik schat nog een kleine 100, is dit een enorm buffet. Geen nee te koop. Een buffet van wel 10 meter alleen met koude gerechten; een zelfde buffet met warme spijzen en eentje met alleen maar toetjes. Op de zijkant zijn koks bezig allerlei soorten vis en vlees te bereiden. 2 dingen wil ik er even uithalen. De kalfslapjes, als ik het niet beter had geweten zou ik denken dat mijn moeder ze had klaargemaakt, compleet met zo’n lekkere rand vet. Met de toetjes loop ik achter de eigenaresse aan en vraag haar wat ze kan aanbevelen. Ze wijst me op een wit goedje en vertelt dat dit heerlijk is en typisch Turks. Weer aan tafel vertelt een ober mij, dat dit wel heel erg Turks is en op mijn vraag wat het is, zegt hij “Brood met melk”. Wat nou, typisch Turks?! “Weake Bole” zal je bedoelen. Mijn moeder maakte dat vroeger, oud brood met melk en het liefst heel veel suiker. Mijn avond is geslaagd en mijn moeder is erbij.
5.45 uur worden we wakker van een geraas boven de camper. Het geluid komt mij bekend voor, dat is een ballon. Ik spring uit bed, grijp mijn camera en schiet dit plaatje door het dakluik.
De een na de andere ballon scheert werkelijk vlak over onze camper heen.
Als ik een broek aan trek en naar buiten loop, zie ik nog net een ballon over de boomtoppen scheren.
En dan……… plotseling voor mij op de grond zit een Hop.
Een hop is een zeer schichtig dier, dat nauwelijks te fotograferen blijkt en hier zit hij of zij vlak voor mijn neus. Even later vliegt ze naar een boom en lijkt te zeggen, “Ik poseer hier voor de laatste keer, doe je best”. Als ik de foto’s aan een vogelkenner laat zien is hij stomverbaasd.
We gaan kijken wat deze dag ons nog meer voor moois gaat brengen. Het is nu nog maar 6.45 uur en nog een lange dag te gaan.
17.00 uur. We staan op de nieuwe camping in Bogaskale en hebben nu Cappadocie verlaten. Nog net op tijd kunnen we nog een foto nemen van de rotsformaties waar Cappadocie om bekend staat.
Die gekke rotsformaties, waarin een schijnbaar wankel evenwicht een soort van hoedje op staat. En denk niet dat dit door mensenhanden is gedaan, maar puur door erosie en de verschillende samenstellingen van de tufsteen hebben dit bewerkstelligd.(Pffftt)
De eerste kilometers zijn saai, in verhouding met Cappadocie, want dit wil ik nog wel zeggen over Cappadocie, “je moet het zelf ooit eens gezien hebben.” De verandering gaat zo snel, dat je de overgang vertaalt naar saai, maar ook dit heeft zo zijn/haar bekoring.
Maar misschien is dit “a man's mind”
In deze desolate omgeving wordt het 1e na het andere pompstation onttakeld, terwijl er 500 meter verderop een nieuw station wordt gebouwd.Maar als je ergens de schoonheid van inziet, wordt alles mooi, nietwaar.
Morgen staat er een excursie op het programma naar de oorsprong van een Hettitische beschaving, of hoe je dat ook schrijft.