Om 9.30 uur houdt Hans een kleine voordracht, over wat we allemaal gaan zien, om daarna met een bus naar Konya vervoerd te worden. Nadat we onze kaartjes hebben gekregen mogen we aansluiten.
Want het is druk, heel druk bij het Mevlana klooster, dat het religieuze centrum van de Dansende Derwisjen is . In 1273 is met de bouw gestart, direct na de dood van Rumi, de stichter van de orde.
Wij begeven ons in het Mausoleum en moeten onze schoenen afdekken met plastic hoezen. Hier zijn de bekendste leiders van de orde in Sarcofagen opgebaard. Voetje voor voetje schuifelen we langs deze relikwieën en Sarcofagen en het is ten strengste verboden om foto's te nemen. Als een bewaker achter me staat en een andere verder vooruit is druk ik af. Hier ligt de meest beroemde Derwisj te weten Mevlana.
En buiten moet iedereen de slofjes weer inleveren, hoewel Ali 1tje in het damestoilet tegenkomt. Ook wassen veel vrouwen, na het toilet gebruik, hun benen en voeten, die ze buiten uitgebreid gaan zitten drogen.
Als Ali zich nog in een ander gebouw van het klooster begeeft, komt ze onverwachts een paar Derwisjen tegen.
We verplaatsen ons naar de Alaeddin Moskee uit 1200 na Christus. In de moskee heeft men enkele van de oudste volledig bewaarde gebleven tapijten van de wereld ontdekt. Voor de moskee werken vrouwen in oranje jasjes aan de aankleding van de moskee. Hier worden de viooltjes aangeplant.
In de moskee ontdek ik hoe de imam aan zijn informatie komt voor de volgende preek. Kennelijk heeft hij een direct telefoonlijntje met Allah.
Terwijl even verderop vrouwen zitten te bidden.
We gaan de bazaars van Konya opzoeken, die nogal verschillen met de Marokkaanse Soeks. Hier word je niet elke 5 meter aangesproken door een opdringerige verkoper. Op een gegeven moment ontdekken we een winkeltje met typisch Turkse zoetigheden.
We willen alles proberen en wijzen steeds andere zoetigheden aan, tot het bakje vol is. (Dit is over na de 1e aanval). Het wordt netjes ingepakt. Het oude baasje mompelt iets tegen de jongeman, die ons helpt. Ik zeg tegen Ali “Nu moeten we dubbel betalen”. De jongeman steekt 5 vingers op, voor ons ten teken 5 TL (1.75 euro) en Ali pakt de portemonnee. De jongeman zwaait met zijn vingers en legt die dan tegen zijn borst, ten teken van respect. Als Ali hem het geld wil geven roepen zowel de jongeman als de oude heer, no, no, no en weer het teken van respect. We mogen niet betalen. Ontroerd verlaten we het winkeltje.
Het mooie van zo’n grote stad als Konya is dat er allerlei verschillende culturen naast elkaar leven. Zo zie je modern geklede vrouwen naast traditioneel geklede vrouwen. Ali past nog een aantal schitterende, tot de grond toe, lange jassen, waar veel Turkse vrouwen in lopen. Ze staan haar prachtig en de verkoper beweert dat het katoen is, maar ik twijfel omdat het kreukvrij is. Als Ali het etiket bekijkt blijkt het 50 % polyester te bevatten en daar kan ze niet tegen, zegt ze.
Na het eten gaat het met de bus naar het gebouw van de Derwisjen. De hoofdleer van de Mevlana-orde is de mystieke vereniging met de alomvattende liefde van God en de Wereldziel. Dit gebeurt door middel van gebed en meditatie in een trance opwekkende dans. De ongewone vorm van meditatie heet de “Dansende of Draaiende Derwisjen”.
Na een lange preek van de Imam komen de 26 Derwisjen de vloer op en kan de ceremonie beginnen.
De etherische muziek ondersteunt de Derwisjen tot het in trance komen. Een zeer indrukwekkende en mooie belevenis, maar wat mij opvalt is, dat er veel Turken de hal al verlaten als er een Turks soort ‘Onze Vader’ wordt gehouden.
Het is al laat als we weer bij de camper worden afgezet, het publiceren gaat niet meer lukken, dat doen we morgen in Sultanani
Want, morgen gaat het naar Sultanhani, rechtstreeks is het 105 km, maar ons wordt aangeraden via Karapinar te reizen om zo de mooie lemen huizen te bezichtigen. En dan wordt de rit 170 km en een rijtijd van 3 uur.