dinsdag 6 februari 2024

Benicassim 15 en 14

Te druk met studeren, maar de blog van gisteren gaat er echt komen. Het onderwerp, begraafplaatsen, is niet de oorzaak van het verlaat publiceren..... Vanmorgen naar Castellon, vanmiddag ga ik hard aan het bloggen. Half negen is het nu en we gaan met de half 10 bus, zoals reeds gemeld via mijn telefoon.


De 9 uur bus halen we nog ruimschoots en die wordt later overvol, maar ja, ook in Spanje zijn er mensen die moeten/mogen werken. Het is altijd weer een wondertje, dat Ali precies weet waar we uit moeten stappen om bij ons vaste koffietentje te komen.


Zo langzamerhand wordt het uitzoeken van iets lekkers een routine klusje en de tevredenheid straalt er dan ook vanaf als de bestelling aan tafel is gebracht. Nog even over de bediening van deze Toko, die is werkelijk uitmuntend. O ja, het is vandaag geen cappuccino, wat naar chocolademelk proeft, nee, deze provinciaaltjes weten nu dat ze café con leche moeten bestellen en voor mij een café solo. Ach, we komen ook nog niet zo lang in dit prachtige land. 

Even tussendoor, weet iemand een goede tip om de hondjes/keffertjes van de buren het zwijgen op te leggen. Bij ieder scheet die een van de omringende buren laat, of een onverwachte beweging, of iets anders onbenulligs, dan vinden de (k) likkertjes het hoogst noodzakelijk om het op een zeer irritant blaffen/keffen te zetten. 

Waar waren we... Oh ja, Castellon. 

Misschien was het de oplettende lezer al opgevallen. Er is een kaart aangeschaft, want om nu weer de halve stad door te sjokken op zoek naar het park (met de bankjes) is ook wat te gek. Nu kan ik een heel verhaal ophangen over kaartlezen in het algemeen, of voor vandaag in het bijzonder..... maar met behulp van een elektronische kaart komen we er alsnog.
Maakt het iets uit, nee het maakt niets uit, want de enorme tippel is en blijft een genoegen in deze prachtige stad, die overigens:...
Heel goed schoon en netjes wordt gehouden door een grote groep schoonmakers, zowel de straten als ook de parken. Je ziet ze overal hard aan het werk.

Het park met de bankjes, zoals Ali het steeds noemt, is bezaaid met zeer uiteenlopende zit/leun bankjes, die allemaal met mozaïek zijn bekleed. Veel zijn geconfisqueerd door daklozen en zwervers. Er ontstaat nog even een dispuut tussen ons beiden, want ik vind dat deze genoemde categorieën hetzelfde zijn. Ali denkt daar anders over. (We agree to disagree.)

Ondanks dat we bij ons vorige bezoek aan El Corte Ingles, het bar vonden tegenvallen, in tegenstelling tot die in Barcelona, gaan we toch weer naar binnen. 6 verdiepingen hoger, keren we om, wederom teleurgesteld.

Na een enorme tippel, waarbij we foutloos de (ho, niet "we" maar Ali) de weg naar de bus terugvinden, staat daar al een hele rij. Nu is het usance, zeg maar de gewoonte, dat je "achter" de lange rij aansluit.


Nu moet er mij iets van het hart. Het is geen wonder dat wij Nederlanders een slechte naam krijgen. Wat wij wandelen de rij voorbij, kijken vervolgens heel onnozel om ons heen, dralen wat, kijken ietwat hulpeloos, "om ten einde raad" aan de voorste dame maar te vragen of "hier de bus naar Benicassim komt." Maar het toneelstukje doet zijn werk, want als ik me tot haar wend, zegt ze uit zichzelf al dat dit de bus naar Benicassim is. We zitten bijna als eersten in de bus.... (Zie de al gekrompen rij op de foto.) Ik verschuil mij hier volledig achter de doortastendheid van mijn levenspartner.....



Benicassim 14


Na de Pelgrimage van zondag die we noodgedwongen moeten opgeven, omdat het hart van Uw scribent vreemde capriolen uithaalt, brengen we, op de terugtocht, toch nog even een bezoek aan het Cementerio dat stamt uit 1909. 115 jaar van overleden medemensen die allemaal bovengronds zijn bijgezet.


Rijen en nog eens rijen van sarcofagen, die in een muur zijn gemetseld, simpel en alleen omdat de grond hier niet geschikt is een graf te delven. Het zou een onrustige bedoening worden, want zonder dynamiet kom je hier niet de bodem in.


Terwijl ik, al dagdromend, door de enorme rijen wandel, hier en daar een naam of leeftijd oppikkend, vraag ik me af hoe je in vredesnaam bij de bovenste graven (kun je wel spreken van graf, want er wordt niet gegraven) komt. Als ik de zoveelste hoek omsla komt daar het antwoord. Een rijdende trap! Nu kan ik er maar eentje ontdekken, maar ergens zullen er nog wel meer staan, lijkt mij.


Enkele bevoorrechten, noem het maar bevoorrecht als je hier ligt, hebben een plek voor zich alleen en ook nog eens pal bij de ingang. Juansa is 68 jaar geworden en staat hier trots met zijn scooter op zijn eigen graf afgebeeld. Bij mij rijst dan de vraag of hij ook met zijn scooter zijn Waterloo heeft gevonden.
De tekst op het graf "Nuestro Corazon esta triste sin ti pero tu destino era el ciela" (Ons hart is verdrietig zonder jou, maar je bestemming was de hemel.) Hij zal toch niet hebben geprobeerd om daar met zijn brommer te komen?