Bilbao
Ja, en dan binnen. In eerste instantie
doet het mij even terugdenken aan het Gasunie gebouw in Groningen met
z'n draaiend gewelf naar boven.
Vroeg op om op tijd in Bilbao te zijn,
dit betekent een reis met een Minibusje naar het plaatsje Castro
Urdiales .
Op het Plaza de Torros, waar vroeger stierengevechten werden gehouden, overstappen op een grote bus
naar Bilbao en dan op de tram naar het Guggenheim museum. Het duurt
allemaal wat langer dan gepland want na iets meer dan anderhalf uur
zijn we er. Gelukkig nemen we bij de Bus Terminal, met een Engels
echtpaar voor 2,50 per stel, een taxi naar het museum, anders had het
langer geduurd.
(de terugreis doen we binnen het uur)
Voor lang was Bilbao die stinkende
industriestad op de oevers van de poepbruine Rio Nervión.
Maar zet er een absurd groot en/of duur
gebouw van een beroemde architect neer en je stad staat weer stevig
op de kaart.
Architect Frank Gehry stapte in het
vliegtuig naar Bilbao , beklom een berg en keek neer op de stad en
zag dat het goed was. Hij tikte voor een "prikkie!" een scheepslading
titanium op de kop en bouwde een van ’s werelds beroemdste
gebouwen: het Guggenheim-museum.
Vijftien jaar later is het letterlijk
wervelende bouwwerk van Gehry nog steeds dé trekker, met ruim
tienduizend vierkante meter tentoonstellingsruimte. Ruim de helft
daarvan is voor wisselende tentoonstellingen, in de overige van de
twintig galerijen hangen Warhol, Magritte, Picasso en Dalí.
Maar ook George Baselitz, die een
bestaand schilderij van Otto Dix zijn ouders bewerkte tot een satire
op Vladimir Lenin en Joseph Stalin.
Voor de deur staat een van de leukste
kunstwerken: Puppy (spreek uit: Poepie), een uit fleurige
petunia’s opgetrokken metershoge knuffelhond van kitschkoning Jeff
Koons.
Voor ons jammer dat het in de
steigers staat en er (bijna) niets van te zien is.
Wegwijs worden in deze titanium
kathedraal der moderne kunst gaat met een audiogids, cadeau bij het
toegangskaartje van 11 euro p/p.
Ook leuk is de audiogids voor buiten,
met tekst en uitleg over de architectuur.
Mij lijkt dat het titanium zo
veranderlijk is als het weer. Ik droom even weg, want vandaag is het
nat en grauw en het gebouw dus dubbel grijs. Maar ik stel het mij
voor op een zonnige dag, flonkerend spierwit tegen een strakblauwe
hemel, of ’s avonds pastel roze in het schijnsel van de ondergaande
zon. Ik moet er lang over nadenken of ik het gebouw nu mooi of
spuuglelijk vind.
Maar de forse architectuur van glas, titanium en hout brengt me snel weer tot de werkelijkheid.
Een installatie van ledverlichting, die
in een warenhuis als reclamezuil niet zou misstaan.
En een permanente installatie van
meneer Richard Serra. We mogen geen foto's maken, dus doen wij dat
toch, totdat een stoere dame ons vriendelijk maar duidelijk op een
bordje wijst, wat wij zojuist bijna omver hebben gelopen. NO
PICTURES. Hoe noem je dat ook alweer? Ziende blind.
Het is veel, heel veel, van
Surrealisten tot Impressionisten, maar ook kunst gemaakt tijdens de oorlog in internering- kampen. Ook heeft de oorlogstijd kunstenaars geïnspireerd tot kunst uitingen.
Het rondlopen in zo'n inspirerende omgeving heeft ook zo zijn invloed op 'der Betrachter'.
Oke, het is een foto op de plee, maar
wel een plee in het Guggenheim museum.
Nog even iets over de camping, de
kastjes voor het aansluiten van de stroom zitten op slot. Wil je aangesloten worden, dan meld je
dit even bij de receptie en dat staat er duidelijk op. (Let even op Duits en Nederlands).
Morgen verlaten we Spanje, dus alle
Spaanse boeken en wegenkaarten kunnen weer onder in de camper
opgeborgen en gaan we ons richten op Frankrijk en haar bezienswaardigheden.