Om 10 uur stappen we in de bus voor een rit van een uur naar Peníscola, Peñíscola of Peniscola. Je mag zelf een naam kiezen. Het is een stadje in de provincie Castellón aan de Costa del Azahar ten noorden van Valencia. Het stadje wordt vaak vergeleken met Gibraltar vanwege zijn zeehaven.
Het kasteel is gebouwd op een rotsachtige landtong, die verbonden is met het de rest van het stadje op het vaste land. Wel 3 pausen hebben, buiten Vaticaanstad, hier hun zetel gehad. Een belangrijke paus is Papa Luna oftewel Benedictus XIII.
Maar Peñiscola heeft nog meer beschavingen gekend zoals de Romeinen, Arabieren en Grieken.
Peñiscola was vroeger een vesting en is gelegen op een rots. Bovenop deze rots (ca. 64 meter boven zeeniveau) bevindt zich een 14e-eeuws kasteel wat tussen 1294 en 1307 gebouwd is door de Tempelridders ook wel Tempeliers genoemd.
Het is gebouwd op ruïnes van een Arabische citadel.
Het kasteel bestaat uit grachten, een binnenplaats met waterput, een kerk, de kamers van de paus, van zijn bisschoppen en priesters, de ridderzaal en het arsenaal, een bibliotheek en de Papal Basilica waar Paus Benedictus XIII begraven ligt.
Hij maakte in 1411 van het kasteel een pauselijk paleis toen hij zich in Peñiscola vestigde.
De meeste ruimtes kunnen ook nu nog bezocht worden. In de tuinen is er een toevluchtsoord voor roofvogels.
Vanaf het kasteel heeft men uitzicht naar alle kanten. Door dit uitzicht werden ongewenste vreemdelingen en piraten al vroeg gespot.
Maar, in de twee en een halfuur die we in het stadje ronddarren kunnen we werkelijk geen restaurant of uitspanning ontdekken, want alles, werkelijk alles is dicht. Daar loop je dan, smachtend naar een bakje koffie. Nee, souvenirs kun je krijgen, dat dan wel weer, maar een bakje pleur, vergeet het maar. Als we alles hebben bekeken dalen we af naar de haven en zowaar, een geopend etablissement.
Weliswaar een prachtig uitzicht, maar de koffie is werkelijk abominabel slecht, waarbij ik het ook nog eens geserveerd krijg met een ouderwets voetbad. Desondanks bestellen we een salade, diverse vissoorten en wat patatjes, werkelijk heerlijk. Ook de wijn is voortreffelijk. Maar aan het eind worden we werkelijk de toko “uitgekeken”.
Na een uurtje in de bus rollen we weer de camper in.