Op deze Vaderdag word ik weer verwend met een heerlijk ontbijt, weer, want dat heerlijke ontbijt krijg ik iedere dag. Voordat de regen ons een wandeling, door het dorp, onmogelijk maakt trekken we erop uit. Het lijkt een beetje op een teleurstelling uit te draaien, want echt interessant lijkt het dorp niet te zijn.
Vreemde straatnamen komen we tegen, of de firmanaam van een tandarts, maar daar blijft het ook bij en dat ondanks de indrukwekkende plattegrond die we bij aankomst hebben gekregen.
Maar dan, als we door een kruipdoor sluipdoor weggetje achter de school langs gaan, komen we bij dit kerkje. De “Holy Rood Church” en nee, het is geen tikfout, het is echt “Rood”. Het uit de 13e eeuw stammende kerkje heeft een zeer intiem karakter.
De vrouwelijke “Priest” komt zojuist van de uit 1450 stammende kansel en begroet ons vriendelijk. “Of we op vakantie zijn”, “Tja, eigenlijk zijn we het hele jaar vrij” antwoordt Ali. “Oke”, grapt ze terug, “eigenlijk werk ik ook alleen maar op zondag”. De opruimende vrijwilligers melden ons nog dat de achterste rijen banken verwijderd gaan worden om meer ruimte te maken voor kinderwagens en rolstoelen. Ook hier moet men rekening houden met de dalende bezoekers aantallen in de kerk.
Mooie cottages in overvloed, die we wel weten te vinden, nu we achterin het dorp terecht zijn gekomen.
Ali haar oog valt op de meest uiteenlopende zaken. Wat dacht je van deze reclame uiting op een mini.
Voor de cottages langs loopt een stroompje dat hier geflankeerd wordt door prachtige Aronskelken, die veel gebruikt worden als grafbloemen.
Ondanks een lange en uitgebreide studie is het hoofdbestuur nog niet tot een eenduidige besluit gekomen over de volgende standplaats. Voor ons volgers blijft het een lijdzaam afwachten op witte rook.