Half elf is het als we met een piepende V snaar het parkeer terrein van de Trout Inn verlaten. De hele nacht heeft het, af en aan, geregend. Ik vind dat heerlijk, Ali vindt het lawaai op het dak vreselijk. Om 6 uur worden we gewekt door kabaal en blijken er schapen van het ene voertuig naar een ander te worden overgeladen.
Engeland in de regen, hebben we dat beeld niet allemaal als referentie? De afgelopen dagen hebben we prachtig weer gehad, dus hebben we best wel een beetje recht op wat neerslag.
Laten we wel wezen, wij zitten hoog en droog. Deze fietser heeft echt wel pech en ik geef het je te doen, op deze smalle wegen.
Dwars door Exeter gaat onze route en dat is geen sinecure. Wij beginnen ons af te vragen hoe “men” dat vroeger deed, zonder navigatie. Maar we worstelen ons erdoor heen, hoewel een vrachtwagen chauffeur liever had gehad als ik iets eerder had voorgesorteerd.
Dan 4 mile later, “Kennford International Caravan en Camping Park”, sorry, ze doen het hier niet voor minder.
Door de bomen hebben we een mooi uitzicht. Als we gesetteld zijn, met alle medewerking van het personeel, wil Ali nog even het dorpje Kennford in. Kennford ligt 4 mijl (6 km) zuidelijk van Exeter, de stad die we morgen gaan bezoeken. Ik stel me dit dorpje, voor 1970, voor als een Idyllisch en slaperig oord, waar je in alle rust kon wonen. Totdat in 1970 de M5 wordt aangelegd. Die loopt grofweg van Birmingham naar Exeter en er precies bij het dorpje een tankstation wordt geplan(t)d.
Dit lijkt, zo oppervlakkig, een schitterend gelegen hotel, maar ook hier heeft de M5 roet in het eten gegooid en staat het leeg.
Als we terug wandelen zijn we getuige van een dagelijks terugkerend ritueel. De schoolkinderen worden per bus van en naar Exeter vervoerd, maar ze worden bij de brug afgezet en daar dienen de ouders hun kids af te halen. Parkeren op een brug, in heel Europa verboden, hier is het een noodzakelijk kwaad.
Morgen naar Exeter.