Rond half elf vertrekken we richting Cross Hands, waar de firma Country Cycles gevestigd is. De fiets,van Jikke, komt daar aan de computer, waarbij wordt geconstateerd dat de software geen problemen oplevert en hoog waarschijnlijk het een mechanisch probleem is.
Deze jongeman, Darren, gaat maandag in overleg met de hoofdimporteur van Trek fietsen, waarna we worden terug gebeld. Dat wordt dus afwachten hoe dit af gaat lopen.
Na de koffie, met een kunstzinnige racefiets versierd, krijgen we van Darren een tip over een mooie camping site in Pembrey, dus wenden we de steven en koersen de 25 Mile naar de kust.
Jongens, wat een prachtige wereld is het hier, want na iedere bocht is het uitzicht adembenemend. Jammer dat de prijs van de camping een beetje tegenvalt, maar het is wel een prima plek.
Als eerste wandelen we naar de zee en we zijn niet de enigen. Langs de kant en in de berm is het een drukte van belang en ook het ruime strand is redelijk druk bezet.
Ook hier wordt de jeugd, op een ludieke wijze, op de gevaren van drugs gewezen “Hugs no Drugs”.
Terug bij de camper, bij het drinken van een dik verdiend drankje, worden we verrast door een “Grijze Eekhoorn”, die pal voor ons neus aan het peuzelen slaat.
De grijze eekhoorns bedreigen de inheemse rode eekhoorns, die van nature in Engeland voorkomen. Daar zijn er nog maar zo'n 15.000 van over, tegen inmiddels ruim 2 miljoen grijze. De dieren dragen een pokkenvirus bij zich, waarmee ze de rode eekhoorns besmetten. Bovendien brengen ze schade toe aan de Engelse bossen. Dat leidt niet alleen tot jaarlijks 6 tot 10 miljoen pond economische schade, maar ook tot een verlies van biodiversiteit. Er is een plan van aanpak om de grijze eekhoorn te vernietigen.
Zo zie je, wat wij zo schattig vinden, blijkt een Engels probleem te zijn.