Gisteravond kunnen we onze verbazing niet langer in bedwang houden, bij het zien van de verlichting versiering van onze overburen.
Je waant je in een soort kermis als je langs hun caravan met tent wandelt. Gekleurde bodem lampjes, die als een soort looplicht aan en uit gaan en bovenaan de tent zijn Ultra Violet lampjes gemonteerd.
Vanmiddag ga ik, voordat we aan het fietsen slaan, even genieten van Kiki Bertens.
Op Roland Garos speelt ze een halve finale tegen niemand minder dan Serena Williams, die ze overigens met bravoure speelt en nipt verliest.
Op de fiets gaat het dan richting Llanwrda, alleen jammer dat het langs een drukke weg gaat en de auto’s pal langs ons scheren. Als we in Llanwrda rechtsaf slaan wordt het een stuk rustiger, maar tegelijkertijd een stuk steiler. “Whats go’s up, must come down” doet hier opgeld, want net als gisteren gaat het, na de top, griezelig steil naar beneden.
De uitzichten worden er niet minder op, dat moet gezegd en daar genieten we dan ook even van.
Beneden aangekomen bij een bruggetje, maak ik een paar foto's van de omgeving. Dan zie ik Ali alleen aankomen. Dit is geen goed teken, zeker niet als ik Jikke even later op de fiets van Mink aan zie komen en Mink een stuk daarachter fietst. De fiets van Jikke maakt vreemde geluiden, die Jikke later omschrijft als “Misschien is de motor een beetje moe”.
Jikke heeft er het volste vertrouwen in dat Mink “hem wel even zal maken”, maar daar denkt de wonderdokter zelf iets genuanceerder over. Morgen maar eens ruggenspraak met de leverancier houden.