Zagora-Sahara
Vandaag gaan we op weg naar de Sahara om daar de nacht door te brengen in een Berber tent.
Maar eerst een bezoekje aan een Kasba hier in de buurt van Zagora.
Wat mij daar overkomt ben ik nog steeds van onder de indruk en het is dat sommige dames het tafereel hebben staan bekijken, anders had ik het zelf niet eens geloofd.
Ik loop door de Kasba, als plotseling een gesluierde vrouw voor me blijft staan, langzaam wikkelt ze haar sluier af en gunt mij een blik op haar, naar mijn idee, jonge meisjes gezicht. Later zullen de 2 vrouwelijke getuigen verklaren dat het meisje minstens 16/17 jaar was. Ik zelf dacht eerder aan 14 jaar.
Nadat ze haar sluier af heeft gedaan staat ze me een tijdje aan te kijken en doet vervolgens langzaam haar sluier weer om. Ik sta verbijsterd rond te kijken Terwijl 1 van de dames zegt, "ze staat met je te sjansen" en terwijl ik haar weer aankijken zie ik dat ze haar ogen knipperend naar me opslaat.
Even daarna draait ze zich van mij af en wandelt bij me vandaan, mij in opperste verbazing achterlatend.
Een half uur later kan ik het nog niet geloven wat er is gebeurd en nog steeds komt het beeld, op de gekste momenten, bij mij boven.
We gaan op weg naar de Sahara via een zeer smalle, maar geasfalteerde weg.
Dat de weg smal is trekt onze chauffeur zich weinig van aan, 120 km/u haalt hij zo nu en dan met gemak.
Iaich Elboudani is zijn naam en is een zgn. Touarec oftewel een "blauwe man" Hij is geboren in een Sahara dorpje en kent de Sahara op z'n duimpje.
De eerste stop is na 100 km de Sahara in, die tot dan toe een ander beeld heeft gegeven dan ik verwachtte. Veel steen en rotsen ipv. alleen zand.
De laatste stop voor we de Sahara induiken. De laatste kans op een Cola.
Dan eindelijk, na een onstuimige rit, komen we op het 1e kamp aan, waar we een lunch krijgen aangeboden.
Dit is een terugkerend beeld, omdat Iaich de omgeving zo goed kent en steeds een andere route neemt, raken de andere bestuurders vaak een eind achterop en moeten wij op cruciale plaatsen op hen wachten. Ik moet eerlijk bekennen dat het een geruststellend gevoel geeft, bij iemand in de wagen te zitten die de omgeving op z'n duimpje kent.
Het nacht kamp bereiken we om ongeveer 17.00 uur, nadat Iaich nog even langs een familielid gaat, die een schooltje en Hospital leidt, midden in de Sahara, speciaal voor Berber Bedoeïenen.
Onderweg moet er nog hout gesprokkeld worden voor het vuur van vanavond.
Na het eten wordt het kampvuur aangestoken en genieten we van de zang met trommel begeleiding van de Berbers. Als de jongens vragen om een Nederlands lied onstaat er een meligheid die zijn weerga niet kent.
Mij valt op dat, na het ritmisch getrommel, onze liedjes een hoog gehalte zeurderigheid hebben. Ritme zit er in ieder geval niet in.
Vandaag gaan we op weg naar de Sahara om daar de nacht door te brengen in een Berber tent.
Maar eerst een bezoekje aan een Kasba hier in de buurt van Zagora.
Wat mij daar overkomt ben ik nog steeds van onder de indruk en het is dat sommige dames het tafereel hebben staan bekijken, anders had ik het zelf niet eens geloofd.
Ik loop door de Kasba, als plotseling een gesluierde vrouw voor me blijft staan, langzaam wikkelt ze haar sluier af en gunt mij een blik op haar, naar mijn idee, jonge meisjes gezicht. Later zullen de 2 vrouwelijke getuigen verklaren dat het meisje minstens 16/17 jaar was. Ik zelf dacht eerder aan 14 jaar.
Nadat ze haar sluier af heeft gedaan staat ze me een tijdje aan te kijken en doet vervolgens langzaam haar sluier weer om. Ik sta verbijsterd rond te kijken Terwijl 1 van de dames zegt, "ze staat met je te sjansen" en terwijl ik haar weer aankijken zie ik dat ze haar ogen knipperend naar me opslaat.
Even daarna draait ze zich van mij af en wandelt bij me vandaan, mij in opperste verbazing achterlatend.
Een half uur later kan ik het nog niet geloven wat er is gebeurd en nog steeds komt het beeld, op de gekste momenten, bij mij boven.
We gaan op weg naar de Sahara via een zeer smalle, maar geasfalteerde weg.
Dat de weg smal is trekt onze chauffeur zich weinig van aan, 120 km/u haalt hij zo nu en dan met gemak.
Iaich Elboudani is zijn naam en is een zgn. Touarec oftewel een "blauwe man" Hij is geboren in een Sahara dorpje en kent de Sahara op z'n duimpje.
De eerste stop is na 100 km de Sahara in, die tot dan toe een ander beeld heeft gegeven dan ik verwachtte. Veel steen en rotsen ipv. alleen zand.
De laatste stop voor we de Sahara induiken. De laatste kans op een Cola.
Dan eindelijk, na een onstuimige rit, komen we op het 1e kamp aan, waar we een lunch krijgen aangeboden.
Dit is een terugkerend beeld, omdat Iaich de omgeving zo goed kent en steeds een andere route neemt, raken de andere bestuurders vaak een eind achterop en moeten wij op cruciale plaatsen op hen wachten. Ik moet eerlijk bekennen dat het een geruststellend gevoel geeft, bij iemand in de wagen te zitten die de omgeving op z'n duimpje kent.
Het nacht kamp bereiken we om ongeveer 17.00 uur, nadat Iaich nog even langs een familielid gaat, die een schooltje en Hospital leidt, midden in de Sahara, speciaal voor Berber Bedoeïenen.
Onderweg moet er nog hout gesprokkeld worden voor het vuur van vanavond.
Na het eten wordt het kampvuur aangestoken en genieten we van de zang met trommel begeleiding van de Berbers. Als de jongens vragen om een Nederlands lied onstaat er een meligheid die zijn weerga niet kent.
Mij valt op dat, na het ritmisch getrommel, onze liedjes een hoog gehalte zeurderigheid hebben. Ritme zit er in ieder geval niet in.