Wakker worden en geen spelende kinderen om de camper te horen is heel even een vreemde gewaarwording. Dat gevoel van, “waar ben ik?” overvalt me een klein momentje, je kunt de avond ervoor ook iets minder drinken natuurlijk. Ach, dat laatste is ook een beetje grootspraak. Maar wat een rust hier op de camping Aschenbeck in Dotlingen. We zijn weer beland in het land van de ‘grijze postduiven’. Grappig is wel dat om ons heen, Engelsen, Duitsers en Nederlanders staan. Met de Engelsen hebben we een alleraardigst gesprek over vooral zijn Navigatie. Ze komen nu uit Bergen in Noorwegen en hij vertelt welke avonturen hij heeft beleefd, omdat hij 10 jaar oude kaarten op zijn TomTom heeft staan. Achter ons zijn Duitsers gekomen, die een aardig mondje Nederlands spreken, maar even zo gemakkelijk een gesprek in het Engels aangaan. Ik heb de Engelsman, op zijn vraag of het restaurant “raisonnabel food” serveert, wat zoveel betekent als, is het in het restaurant een beetje fatsoenlijk eten, de Aschenbecker Pfanne aangeraden. Als ik even later, zowel de Engelsen en de Duitsers gezamenlijk aan een tafel aantref en informeer naar het “Pfanne” gerecht, zie ik dat ze allemaal hetzelfde hebben besteld, inderdaad de Aschenbecker Pfanne. De Duitser begint, uit respect voor de Engelsen, in het Engels tegen mij te praten. En dan raak ik de draad volkomen kwijt. Afwisselend Duits en Engels spreken is geen enkel probleem, maar Engels tegen een Duitser…….. de verhaspelingen die er uit mijn mond komen zijn werkelijk ondoorgrondelijk en er is een moment dat ik mezelf niet eens meer begrijp. Ik verontschuldig mij, dat ik hun eten verstoor en maak me uit de voeten, opgelucht ademhalend, maar met een deuk in mijn ego. Nu de Nederlanders voor ons wegrijden, realiseer ik mij dat we werkelijk geen woord met ze hebben gewisseld en weet ik niet wat ik van mezelf moet denken.
Even later op de middag denk ik de reden te vinden. Een Nederlands stel komt met hun caravan het veldje opscheuren en stoppen pal naast mij. Eerst krijg ik nog de indruk dat ze de caravan achteruit langs de bomen willen zetten. Maar meneer stapt uit en mevrouw kruipt achter het stuur en op aanwijzingen van meneer, wordt de caravan nog zegge en schrijve 10 cm naar achteren gereden. Dit gaat gepaard met het hevig heen en weer roepen van de beide echtelieden.
Een voortdurend blaffende hond op de achterbank completeert dit pandemonium.
Ze staan nu op 1 meter van onze voorkant, hopelijk hebben ze niet een al te grote luifel, want dan moeten de haringen op ons dak worden bevestigd.
Ali komt terug van haar bezoek aan het meertje, achter op de camping. Ze overziet de situatie en gaat gniffelend, met haar natte badpak, in de zon zitten.