Er is ons voor vandaag onnoemelijk veel regen voorspeld, dus gaan we goed uitgerust op stap.
Naar de bushalte is het een hele klim, maar ik zet door. Ja, ik, want ik raak aardig “achter de poest” om het eens in goed Frans uit te drukken. De regen? Ach, het valt allemaal wel mee, zolang je maar goede zin houdt, is alles te trotseren.
We passeren een prachtig station, maar de bus wil niet stoppen.
Natuurlijk gaat het als eerste naar de “Eglise St. Michel des Lions”. De kerk bewaart de relikwieën van Saint Martial.
Ze bezit ook de relikwieën van Saint Loup en Saint Valerie, waaraan twee broederschappen zijn gewijd. Deze overblijfselen zijn in het altaar gebouwd. De inrichting van deze kerk is werkelijk indrukwekkend.
Vooral de gebrandschilderde ramen zijn groot en prachtig.
Er zijn kaarsjes in verschillende prijsklassen, maar het gaat om het gebaar en niet om de waarde. Zoals een echte Nederlander betaamt, nemen we die van € 1,= , mede ingegeven omdat die van € 10,= even niet voorradig zijn.
Ja natuurlijk steken we ons voordelige kaarsje ook aan.
We moeten weer helemaal de bult op om naar het porselein museum te komen. Het “Musée National de la Porcelaine A. Dubouché", zoals het officieel heet is het nationale porselein museum in Limoges. Dit museum herbergt de op één na rijkste collectie keramiek van Frankrijk. Het museum is genoemd naar zijn stichter A. Dubouché, 1867. Hij heeft het merendeel van de verzameling bijeenbracht.
Hier een impressie uit de circa 10.000 stukken die tentoongesteld worden. Aan de hand hiervan wordt een inzicht gegeven in de geschiedenis, de techniek en de productie van aardewerk en porselein.