Een heerlijke dag om naar het centrum van het stadje te wandelen.
Op een lieflijk pleintje drinken we een Espresso, die die naam eigenlijk niet mag dragen en een Café au lait. Op de achtergrond zit de bazin heerlijk te keuvelen met een man. Als deze meneer het terras verlaat ontlokt dit mijn disgenoot de opmerking: “Wat hebben ze hier toch mooie mannen in Frankrijk”. Dank U wel mevrouw!
We treffen het, want er is markt in het centrum van Bergerac. Reuze gezellig, zeker als de zon speels op onze bol schijnt. Nu heb ik mij daar de laatste tijd tegen verzekerd, maar toch.
Nog even terzijde, de handzeep, links, in dit etablissement, is van een uitstekend merk.
De l' Eglise Notre Dame (Lieve Vrouwenkerk) is zowel van buiten als van binnen van een ingetogen grandeur, die je niet vaak meer tegenkomt. Het plaatje van binnen in de kerk, geeft mooi de plekken weer die wij beiden, bij binnenkomst, innemen. Ikzelf neem altijd links achteraan langs het middenpad plaats, terwijl de fotograve zich meer naar voren begeeft (links van het kruis).
Natuurlijk krijg ik dan ook dit soort mooie plaatjes geleverd.
Als we door de markthal wandelen, valt mijn oog op dit stilleven. Kennelijk hebben twee “Noord Afrikaanse” kooplieden hier gezamenlijk hun thee genuttigd.
Ik kan er niets aan doen, maar als ik dit zie moet ik onwillekeurig aan de paus denken, tijdens zijn “Urbi et Orbi”. Hoewel ik denk dat deze meneer gewoon zijn sigaretje staat te roken, wat binnenshuis door moeders verboden is.
Aan het einde van de markt, die bijna het gehele centrum beslaat, nemen we nog een koffie op een terras, vlak onder de toren van de l'Eglise Notre Dame. Om vijf voor twaalf, beginnen de klokken te luiden. Om 12.00 uur slaan de klokken twaalf, wat dan volgt is een oorverdovend lawaai van de sirenes, die ook bij ons, eens in de maand te horen zijn. Een in zijn telefoon luid roepende meneer, krijgt hiermee een “koekje van eigen deeg”.