Om 6 uur sta ik naast het lekker warme bed. De reden, ik lig te piekeren, te piekeren over de situatie met onze Belgische achterbuurman en hoe ik het kan oplossen. Maar wat ik ook bedenk, het gaat niet werken.
Het is maandag wasdag, dus verpesten we ons eigen uitzicht met de wapperende was in de zon. Het droogt “als een dolle” zoals Ali het noemt. De inkopen bij de Mercadonna worden gedaan en zo start ons “verblijf” van een maand in Benicasim.
Het is winderig, dus zetten we de luifel met bijbehorende zijwand op, want dan zitten we lekker in de luwte. De Engelse buurman komt even kijken, want hij maakt zich ongerust of hij wel weer weg kan komen, aanstaande maandag.
Alles, maar dan ook alles moet er “spic en span” uitzien en daar vallen de ramen natuurlijk ook onder. Werkelijk ieder spatje of vogelpoepje wordt weggepoetst.
Als dan alles helemaal “Aliproof” is kan de voorste zonwering er ook op. We staan!
Kennelijk valt dat ook onze Belgische achterbuurman op en gesterkt door middel van een aantal biertjes, komt hij op hoge poten op Ali af. Wat er gezegd wordt ontgaat mij, want ik sta te kletsen met onze Engelse buurtjes. “He’s angry” merkt de buurman op, maar ik zie Ali uiterst kalm reageren. Op mij heeft dat altijd een rustgevend effect, maar de Belgische buurman blijft druk gesticulerend op Ali inpraten. “Egoïst” roept de Belg nog dreigend naar mijn richting en vertrekt.
Later hoor ik van Ali “ dat zij niet meer zijn kraan mag gebruiken” en “Hij de caravan gaat omdraaien, want hij wil geen pottenkijkers”.
Wij besluiten hier deze maand te blijven staan.