Onze strandplannen zetten we even op een lager pitje als het s ’morgens ietsje harder is gaan waaien en besluiten we ‘gewoon’ een terrasje te pikken. Op de boulevard komen we Theo tegen, gehuld in een dikke jas en een sjaal om de nek. Hij was de afgelopen dagen een beetje grieperig en is nu even de benen aan het strekken. We willen niet hun feestje teveel verstoren. Ze hebben namelijk de kinderen en kleinkinderen, vanuit Nederland, op bezoek. Daarna genieten we nog een hele tijd aan het strand van de zon en laten we ons vermaken door een stel Engelsen die zich, als bruiden in roze en wit gekleed, over de boulevard begeven. De mannen hebben veel plezier, hoewel een paar oudere dames de vertoning maar matig kunnen waarderen.
We gaan inkopen doen en terwijl ik bij de Masymas buiten sta te wachten en Ali een paar pilsjes voor mij aan het kopen is, zie ik een mevrouw in worsteling met haar elektrische fiets. Dan pas valt mij het ‘fietsenrek’ op. Stel dat je daar je fiets in het rek wilt stallen, dan heb je echt een probleem. Ten eerste moet je je fiets de trappen op zeulen en bovendien is de afstand tussen rek en de bovenste trede veel en veel te kort. Misschien komen Spanjaarden alleen maar op heel kleine fietsjes naar de supermarkt. En geloof me, het rek zit grondig vastgeschroefd.
Zo lang we hier nu in Benidorm zijn hebben we ons in grote mate zorgen gemaakt over het geestelijk welzijn van de Nederlandse enclave alhier. Want stel je voor dat je in dit ‘bandeloze’ oord maanden achtereen moet vertoeven zonder dat er een mogelijkheid bestaat geestelijk even bij te tanken.
Na lang zoeken hebben we hem eindelijk gevonden. Ik hoop niet op een al te grote leegloop, want je moet wel ‘achterom’ en je mag de auto niet ‘voor’ de kerk parkeren. Ikzelf zie dat wel als een obstakel om deze kerk frequent te bezoeken.