Het belooft vandaag een mooie dag te worden, tenminste wat het weer betreft. Kennelijk heeft iedereen zijn of haar weer-app geraadpleegd, want er is een complete metamorfose ontstaan, qua kleding. De meest uiteenlopende outfits komen langs, waarvan een aantal mij verbazen. Strak opgerolde mouwtjes en broekjes wandelen voorbij. Dan plotseling ontdek ik de functie daarvan. Zo komen hun tattoos beter naar voren, want die hebben ze al een tijdlang verborgen moeten houden in verband met de lage temperaturen. Zoals Eva Jinek ooit zei, “If you've got it, flaunt it!” (als je ze hebt, show ze dan ook), maar bij haar ging het over andere “dingen”.
Dit is de dag van de de 10 kilometer van PyeongChang met de titanenstrijd Bergsma, Bloemen en Sven Kramer. Ik zit om 12.00 uur er helemaal klaar voor. In de laatste 3 ritten gaan de mannen los. Bergsma zet een mooie tijd neer, waarna Ted Jan Bloemen daar nog eens dunnetjes overheen gaat met 12.39,77 een nieuw Olympisch record.
Dan moet Sven aan de bak, zoals dat zo mooi heet, maar na 3 rondjes heb ik het al gezien. Dit gaat hij niet halen en na 3 kilometer laat hij de teugels vieren en rijdt plichtmatig zijn 25 rondjes uit.
Ted Jan Bloemen is dan al aan het feesten en kan Sven niet anders dat de gouden medaille winnaar feliciteren.
Nooit zal Sven Kramer een Olympische medaille op de 10 kilometer meer halen. Mijn gedachten gaan terug naar 2010, waar een foutieve wissel en de daaropvolgende diskwalificatie hem deze titel kostte.
Wij stappen op de fiets om de opgebouwde adrenaline eruit te trappen. “Tot aan het vliegveld”, is de afspraak.
We pikken de route van de Spaanse Vuelta van vorig jaar op, om ons nog enigszins sportief bezig te wanen, maar echt van harte gaat het bij mij niet.
Bij het vliegveld ontdekken we een nieuwe camperplek, waar wel een stuk of 60 campers staan. Dit maakt ons nieuwsgierig of de alternatieve plek nu is verdwenen, dus fietsen we nog een eindje verder. Vorig jaar ontmoeten we daar mensen uit Harlingen, die altijd op vrije plekken staan. Maar deze plek blijkt nu opgeheven.
Maar bestaat de plek, vlak voor Castellion dan nog wel? Dus trappen we nog maar een eindje door.
Vlak voor het planetarium, vanuit Benicasim, blijkt de camperplek nog te bestaan. Hier is ook een mogelijkheid tot innemen van water en het lozen van de grijswatertank.
We keren om en ik meet, bij terugkomst, dat we toch nog even krap 22 kilometer hebben weggetrapt.
내일 보자! , oftewel “tot morgen”