Vandaag, zaterdag, is het “open Monumentendag”, wat wil zeggen dat vele gebouwen die normaliter niet open zijn of voor betaald moet worden, nu open staan voor het publiek. Voordat de regen deze dag in het water laat vallen, rijden wij naar het centrum van Weert. Als eerste staat het gemeentemuseum op het programma. Het Jacob van Horne Museum is sinds 1982 gevestigd in het oude stadhuis aan de Markt , tegenover de Sint-Martinuskerk. De geschiedenis van het gebouw gaat terug tot 1543. De collectie heeft betrekking op het spirituele erfgoed van Franciscus van Assisi en de geschiedenis van de Franciscanen in Nederland. De collectie omvat schilderijen, beelden, zilver, textilia en voorwerpen van volksdevotie vanaf de middeleeuwen.
Hoofdmoot van de collectie wordt gevormd door voorwerpen uit het bezit van de Nederlandse orde der minderbroeders Franciscanen, de kloosterorde van Franciscus van Assisi.
De devotie spat, hier en daar, van het doek. Hoe verder we het gebouw inkomen des te meer komen we onder de indruk van de grandeur.
Het trappenhuis met prachtige brand geschilderde ramen stelt de Noord Willemsvaart voor, waar onze camperplek gevestigd is. Het museum beheert 19 schilderijen van de 18e-eeuwse schilder Jacob de Wit. Deze schilderijen zijn afkomstig uit de oude franciscaanse pastorie van de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam. Verder hangen in het museum diverse andere schilderijen van bijvoorbeeld 17e-eeuwse schilders.
Als we uit het museum stappen stuiten we op een kraampje waar ze het onzalige idee hebben opgepakt om rondleidingen aan de man te brengen. Dit betekent, dat we we onze benewagen gaan misbruiken, maar niet nadat we van een “aangeklede koffie” hebben genoten. Eén ding valt onontkoombaar in deze stad op en dat is de vriendelijkheid waarmee je hier wordt bejegend.
Onderweg naar een nieuwe ‘bezienswaardigheid’ stuiten we op het volgende tafereel. Vier knapen, volledig bij zinnen, torsen een plastic paard om zo over een parcours te lopen en de hindernissen te nemen. En geloof het of niet ze maken daarbij hinnikende geluiden. Defensie laat soldaatjes “pang, pang” roepen. Hier hinniken ze zelf bij een Concours Hippique, met plastic paarden. Terwijl ik met verbazing sta te kijken melden zich steeds meer teams aan om ook deze sport te gaan beoefenen. En waar ik ook kijk, nergens kan ik camera’s ontdekken om ons in een soort “bananasplit” programma te kunnen opvoeren.
In de Paterskerk van het klooster van de ‘Minderbroeders’ kunnen we van het oude ambacht “Glas in Lood” zetten genieten. De dames laten zich ondertussen ‘onderhouden’ door een meneer die een interessant verhaal vertelt over het schilderij boven het altaar, wat gedraaid kan worden en dan “Maria ten Hemelvaart” tevoorschijn laat komen.
Afgepeigerd slepen we onszelf weer terug naar de fietsen om precies op tijd en voor de regenbui weer bij de respectievelijke campers te komen. Ik verheug me op de laatste bergrit in de Vuelta, waar Tom Dumoulin als eerste kan eindigen, maar helaas “op een hoop” wordt gereden door een complete Russische armada van de Astana- en Katusha-ploeg en zelfs het podium gaat missen.