"Op 1 april verloor Alva zijn bril" zou eigenlijk moeten zijn: "Op 1 april verloor Alva Den Briel".
Een prachtige tocht, dwars door Zeeland, schotelt Mink ons voor. We kruisen van Zuid naar Noord Zeeland met achtereenvolgens de eilanden: Zeeuws Vlaanderen, Zuid-Beveland, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland, Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten, waar Brielle op ligt. Natuurlijk duiken we de 6.5 km lange Schelde Tunnel in, waar we 7.45 euro tol voor moeten betalen en passeren we de beroemde Zeelandbrug . Kortom, een prachtige route.
Ali maakt onderweg, van al deze bezienswaardigheden prachtige foto’s. Maar er gebeurt meer.
Een mooiere entree van een stadje kun je je niet voorstellen, dan wanneer je Brielle binnenrijdt. Gelukkig voor ons hebben ze alvast de coupures verwijderd, anders wordt het binnenrijden een probleempje.
Na een ‘droog’ plekje gevonden te hebben, wandelen we het stadje in en komen als eerste
Jan Pieterszoon Koppestok tegen, hij was een veerman die in de zestiende eeuw werkzaam was bij Brielle. Zijn achternaam wordt ook gespeld als Koppestock of Coppestock. Hij speelde een belangrijke rol bij de inname van Brielle op 1 april 1572. Lang heeft, onterecht, het idee bestaan dat hier de 1 april grappen uit zijn ontstaan.
Brielle, de Sint Catharijnekerk
De Grote of Sint-Catharijnekerk was in opzet de grootste kerk van Holland, maar is nooit voltooid.
In deze kerk vindt Ali de bovenstaande tegel met de tekst, “Hier ligt begraven Jacob Jobpe Eleman gestorven de 13 april 1695 oud 61 jaren”
Nu weet ik niet of een schaap een “huisdier” is, maar op onze terugweg ontdekken de dames dat er een schaap in de sloot ligt.
Mink bedenkt zich niet en spoed zich, via een hek, naar het schaap dat steeds verder wegzakt omdat haar vacht zich meer en meer vol zuigt met slootwater. Ik kan natuurlijk Mink niet alleen de ‘kastanjes’ uit de sloot laten halen en volg hem.
Heel ongelukkig over een hekje hangend proberen we het ‘arme schaap’ omhoog te tillen, helaas maar een paar centimeter krijgen we het beest omhoog. Totdat Mink het beest bij de oren vastpakt. “Trek ze er niet af” weet ik nog te melden, “Nee, maar het beest moet zelf ook meewerken” hijgt Mink. Verdomd, “excusez le mot”, het beest begint zelf ook de kant op te krabbelen. En eerlijk, zonder dat was het dier verzopen.
Ik moet eerlijk toegeven, dat als het schaap weg huppelt, ik vervult met trots het beestje nakijk. Als twee echte helden worden we door de dames weer welkom geheten.
Terug op de camping zie ik onze buurman en vaste bewoner, foto’s maken van onze plekken. Het is redelijk nat op de camping en we zijn door de eigenaresse naar deze plek gedirigeerd. Dus deze meneer is niet gewend dat er campers naast hem staan en dan ook nog zo dichtbij. “Had je hem niet IN de tent kunnen zetten” begint hij de conversatie. “Mag ik U even uitleggen hoe de vork in de steel zit?”, “Nou, ik denk dat jullie morgen weer verdwijnen, dus laat maar” is zijn antwoord. Ik draai me om en loop weg.
Wij maken het nog even gezellig aan de picknicktafel, naast onze campers, tot het tijd wordt het eten te bereiden en de dames daar nog toe in staat zijn.