Eerst even iets over Bilthoven. Het plaatsje is ontstaan doordat er een station werd gebouwd, met de naam “Station de Bilt”. Al snel werkte dat verwarrend, omdat het dorp De Bilt een eind verderop ligt en mensen de verkeerde tram namen. Dus werd de naam veranderd in Bilthoven. In 1926 stichtte Kees Boeke in Bilthoven de Werkplaats Kindergemeenschap, waar onder anderen Prinses Beatrix en haar zussen op school gingen.
Maar vandaag gaan we naar Utrecht. Dit was een van de eerste steden in het huidige Nederland met stadsrechten, heeft een lange geschiedenis en een belangrijk historisch centrum. De stad was in het jaar 1808 kortstondig de hoofdstad van het Koninkrijk Holland, zoals Nederland destijds heette.
Allereerst gaat het naar de Dom en Domtoren, maar niet nadat we de karakteristieke grachtjes hebben bewonderd.
De Dom van Utrecht is een markante gotische kerk in het midden van Utrecht. De bouw begon ongeveer in 630 maar bij gebrek aan geld werd daarmee gestopt, ook voor de zijbeuken was geen geld en dat is zo gebleven. De kerk werd vanaf 1254 als de kathedraal verder gebouwd van het Rooms-Katholieke bisdom Utrecht en was gewijd aan Sint-Maarten. Sinds 1580 is de kerk, na de beeldenstorm, protestants. De 112,32 meter hoge Domtoren is de hoogste kerktoren van Nederland en het hoogste gebouw van Utrecht.
In het “restaurant” van de Domkerk gunnen we onze benen even rust. De bestelling die we plaatsen levert nog wel enige hoofdbrekens bij de bediening op. Want de uiensoep dient geserveerd te worden met een laagje kaas daar bovenop, maar de kaas is zoek. Dus gaat meneer in de immense grote kerk op zoek naar iemand die de kaas weet te staan. Als de zoute en glibberige uiensoep wordt geserveerd is er wel kaas overheen gesprenkeld. De tosti is heerlijk en even ben ik bang dat daar ook de geraspte kaas in is verwerkt, maar gelukkig daar worden plakjes kaas voor gebruikt. Als we ook nog cappuccino bestellen is de vrijwillige bediening een zenuw inzinking nabij, maar meneer slaat zich er dapper doorheen.
Op naar het Centraal museum, alwaar het atelier van Dick Bruna te zien is.
Links boven, de fiets waar hij dagelijks mee naar zijn atelier ging, rechtsboven de tekentafel. Voor Dick Bruna was zijn Zwarte Beertjes serie het belangrijkste project (zie bovenste twee foto’s).
Terwijl de wereld zijn Nijntje creatie als meest belangrijk ervaart.
Als we helemaal boven in het museum zijn en dat zijn 4 verdiepingen, wordt Mink verzocht zijn rugzak beneden in de kluis te deponeren. Dat terwijl we bijna het gehele museum al door zijn en we beneden langs de controle zijn gelopen. Ik zie de beveiliging overleggen over de “heuptas” van Ali. Meneer de bewaker twijfelt en laat het aan een ander over om er iets van te zeggen en loopt zelf weg. Kijk, dan gaan bij mij de haren overeind staan. “Het antwoord op uw vraag is NEE mevrouw” zeg ik zonder dat ze haar zin kan afmaken. “We zijn bijna door het gehele museum en gaan niet eerst weer naar de kelder om de tas op te ruimen”. De bewaakster is één en al vriendelijkheid en dat overrompelt mij totaal. We komen haar nog een aantal keren tegen en iedere keer is ze enorm behulpzaam. Steeds dieper begin ik me te schamen voor mijn lompheid en de vriendelijke respons van deze mevrouw.
Als ik in een zaal met Kruisvaarders en Weldoeners terecht kom en het een beetje tot me door laat dringen, herken ik ineens een aantal zaken vanuit het heden. Want al in 1095 riep Paus Urbanis II op om het “Heilige Land” (lees Moslims) te bevrijden. Godfried van Bouillion veroverde Jeruzalem, maar In 1187 viel het weer in handen van de Moslims. Later probeerden Keizer Barbarossa en de Engelse koning Leeuwenhart het ook nog eens met zo’n zogenaamde “Kruistocht”. Tot in de 15e eeuw hebben pausen en vorsten geprobeerd de Europeanen tegen de Islam te mobiliseren, maar al deze pogingen mislukten.
In dit zelfde museum zien we ook diverse werken van de ontwerper Rietveld. Iedereen kent zijn beroemde stoel, waar we hier een variant van zien, maar de “Bolderkar” uit 1925 is een minder bekend werk van Rietveld.
Als Jikke en ik zo naar die Bolderkar kijken en de kleuren op ons in laten werken, doet dit ons sterk aan Mondriaan (1872-1944) denken en als ik dan even later ook nog dit schilderij tegenkom, is de link snel gelegd. Rietveld moet wel geïnspireerd zijn door Mondriaan en of omgekeerd. We zoeken het uit.
Morgen naar Deventer.