We kunnen blijven oreren over het mooie weer en dat doe ik dan ook maar. De hele ochtend liggen we in het zonnetje te genieten. Maar Jikke wordt door hevige nostalgische gevoelens naar Stavoren getrokken, met als gevolg dat we rond één uur op de fiets zitten. Een straffe zuidenwind, die overigens warme lucht meevoert, maakt het een worsteling. Ha, ha, ha, dat denken jullie “Millennials” toch niet werkelijk he, want wij Babyboomers hebben natuurlijk een elektrisch ondersteunde fiets, dus met 2 vingers in de neus peddelen wij richting het vrouwtje.
Helemaal lyrisch worden de dames en heer door de mogelijkheid van het slapen in een wijnvat. Kijk, in zo’n vat slapen haalt het natuurlijk niet bij het leegdrinken daarvan, maar dit terzijde.
Al wandelend worden herinneringen opgehaald en in sommige gevallen gedeeld, want niet alles is geschikt om te delen, nietwaar?
De wandeling om Stavoren biedt ons een prachtig uitzicht over het IJsselmeer, waar juist een wedstrijd tussen platbodems wordt gehouden.
Ali maakt even een foto bij het Havenhoofd, waar we een biertje drinken. Vlak hiervoor heb ik mijn “Wieckse Witte” gekregen, met daarin, de door mij zo gehate citroen schijf. Uit “gremietigheid” katapulteer ik het schijfje weg. Precies in het oog van een jongeman, achter mij, aan de andere kant van het terras. Als ik mijn excuses aanbied houdt hij zich stoer, maar even later is hij zijn oog, op het toilet, aan het uitspoelen. De serveerster vindt het allemaal maar stoer, want ze raakt er niet over uitgepraat.