Its good to be back, in Nederland, ofschoon de Duitsers ook uiterst vriendelijk kunnen zijn. Want wat ik gister vergeet te vertellen is het volgende. Op een Duitse parkeerplaats voor onze 2 e stop, staat een enorme bus. Het miezert een beetje en we zien een grote groep Duitsers, onder de bomen voor wat droogte, van bordjes eten. In de verte staat een soort party tentje, waar de mensen het een of ander afhalen. “Zal ik ook even langsgaan?” zeg ik tegen Ali, “moet je doen”, zegt ze. Dus ik pak een bordje van ons zelf en voeg mij in de rij van wachtenden. Verbaasde blikken alom, maar ook lachende gezichten. “was sol dem blode Hollander hier?”. Als ik mijn bordje ophoud om opgeschept te krijgen word ik vriendelijk, doch resoluut afgewezen. Ach, niet geschoten altijd mis, denk ik bij mezelf en terwijl ik wegloop, word ik terug gewenkt. Ik keer om en krijg, onder luid gelach, mijn bord vol met “Kartoffelsalat und Fleis” geschept.
Natuurlijk bied ik Mink ook iets aan, maar die slaat dit in eerste instantie af, hoewel…… dat vlees lijkt hem wel wat en ik raak de helft van mijn ham kwijt. Op de achtergrond zie je de aardige Duitse groep nog lachen om die “Fregge Hollander”.
En neem van mij aan, zelfgemaakte “Kartoffelsalat” is heerlijk, om de verse plak ham niet te vergeten. Nu weet ik niet of de buikpijn van de Kartoffelsalat of van de enorme Apfelstrudel in Saarburg is gekomen.
En dan……. luid toeterend en knipperend met de lichten komt ons een Arto voorbij rijden. He, roep ik, “dat zijn Frits en Ineke” en ja hoor… breeduit zwaaiend, knipperlichten aan etc.. Rijd je 6000 km met elkaar door Griekenland en Turkije, wij gaan naar Kroatië, zij naar Italië, allebeide met vrienden, kom je elkaar op de grens met Nederland, Duitsland en België weer tegen. Eigenlijk leven we op een heel klein wereldje.
We hebben Arcen uitgekozen voor een bezoek aan de wellnes, voor Jikke wordt dit haar Wellnes-doop, spannend!
Morgen naar Winterswijk en Obelink, dit schijnt een enorme grote kampeerhal te zijn.