We zijn weer terug op een oud stekkie aan de Griekse kust. Als ik dit optik, ligt het grootste gedeelte van de groep in de Middellandse zee en het water schijnt heerlijk te zijn. Maar ja, ik kan jullie natuurlijk niet laten wachten, wetende dat jullie smachtend naar het beeldscherm starend, om de 5 seconden op de F5 toets drukken om de pagina te ‘refreshen’.
Het afscheid van Turkije begint al bij de laatste kilometers. De weg is zo erbarmelijk slecht, dat de kopjes en glazen staan te rammelen in het kastje. Hierdoor wordt de wens Turkije zo snel mogelijk te verlaten steeds sterker, terwijl emotioneel gezien het tegendeel het geval is.
Plotseling komt er een herinnering naar boven en dat komt door dit bord. Aan het begin van de reis werden wij gewezen op de Sociale woningbouw in Turkije, de zogenaamde Tokki woningen. Nu stuitte deze opmerking mij nogal tegen de borst en had ik deze uitspraak niet uit de mond van deze meneer verwacht…… totdat wij de volgende appartementen complexen tegen kwamen.
Deze zogenaamde ‘Toki’ woningen hebben deze naam gekregen door de enorme grote reclame borden en bij ons heeft dat een andere lading gekregen.
Als de Turkse grens nadert, wordt het weer spannend, “hebben we niet te snel door een Tol poortje gereden?”. “Staat er nog een boete voor te snel rijden open”. Want 1 ding kan ik wel zeggen, dat piepertje van de TomTom als je te snel rijdt, heeft overuren gemaakt en zal bijkans versleten zijn. Maar je past je aan bij de gewoonten van het land waar je op bezoek bent nietwaar? Zelfs ‘rechts’ inhalen draai ik mijn hand niet meer voor om, is de linker rijstrook minder hobbelig? We rijden even zo gemakkelijk kilometers daar waar het het meest prettig rijdt. Wil iemand ons inhalen? Nou, dat kan toch ook rechts?
Paspoorten, geen probleem, ik krijg er weer een aantal stempel bij. Ali iets minder en wordt jaloers. Jij hebt meer stempels dan ik. Dan gaat het naar de douane. Voor ons staat een personenwagen en alle passagiers moeten uitstappen. Ik kan er niet langs en wacht.
Een 2e beambte neemt mijn paspoorten in, kijkt even en gebaart, doorrijden. Maar ja dat gaat niet. De “boeven” worden gesommeerd op een zijweg de boel uit te pakken, als plotseling een luide stem in mijn oor toetert: “Accepteerden ze dat, al dat oranje op het dashboard?”. Een grote kerel in uniform staat naast mijn raam. “U bent van de EU?” breekt Ali het ijs. Trots als ie is toont hij zijn embleem, “ja U bent de eerste die het raadt”. “Tja, het is een slim meisje” roep ik stoer. Allang blij dat dit geen gevolgen heeft.
We zijn weer op Europees grondgebied en als we in Alexandroupolis een Lidl binnenstappen, moeten we ons weer terdege realiseren, dat de prijzen in Euro’s zijn en niet meer in Turkse Lires.
Morgen gaat het naar Nea Moudania 420 km over de snelweg of 314 km en dat is, zegt men, binnendoor, lijkt mij logisch want binnendoor is altijd korter. Het is beide keren een reistijd van ruim 5 uur, dus mag ik weer aan de bak.