Groningen? Inderdaad, ik ben net zo verbaasd als U, lieve lezers en lezeressen. De plannen lagen namelijk gisteravond nog totaal anders. “We blijven hier in Wildeshausen nog een dagje staan en dan nog een nachtje ergens aan de Eems en dan zien we wel”. Je gaat dan lekker relaxed slapen, nietwaar?
Vanmorgen, rond half acht, gaat mijn Hoofd-reizen even naar het toilet. Daar word ik wakker van en opper, “doe gelijk maar even de kachel aan, want het is frisjes”. Als antwoord krijg ik, “Het is nog maar half acht, of wil jij ook naar huis?”
Kijk, als man moet je, ook al is het vroeg in de ochtend, altijd alert zijn op bepaalde zinsbuigingen, toonhoogtes en klemtonen. Bij mij doet het woordje “ook” het werk. “Wil je naar huis dan,” vraag ik nog even, voor de vorm natuurlijk! Wat er dan volgt zijn een reeks argumenten, die kennelijk gedurende de nacht aan de oppervlakte zijn gekomen. Voor ons mannen, geloof me, is de inhoud van deze argumenten totaal niet relevant. “Zij wil naar huis, punt.”
Dus om kwart voor acht sta ik de plee te legen, de stroom af te koppelen en niet te vergeten, mij geestelijk voor te bereiden op een tochtje van ruim 2.5 uur achter het stuur. Als ik de TomTom aan zet, zie ik een stroom van wegwerkzaamheden op het rechter schermpje van de navigatie verschijnen.
Dan vragen mensen mij wel eens, “Hoe hou je dat 8 maanden per jaar vol, met elkaar, in zo’n klein campertje?” Mijn antwoord luidt steevast. “Signalen lezen en interpreteren”, zo simpel is het.
Dus verlaten we het mooie Grossenkneten in Niedersaksen en storten ons in de wereld die “Wegwerkzaamheden” heet.
Want de ene wegversmalling volgt de andere op en overal zijn ze druk bezig de Duitse wegen mooier te maken.
Wat wel een beetje gek aanvoelt is dat het koolzaad al in bloei staat, of is het nog steeds? Ik weet dat je ook zomerkoolzaad hebt wat dan in Augustus geoogst gaat worden. Maar ja, ik ben geen boer… hoewel… daar denkt een klant bij de Lidl in Bunde kennelijk anders over.
Als we, voor de kassa, in de lange rij staan vraag ik de kassière of er nog een kassa open kan. Het lampje van Kassa 4 gaat branden, dus zet ik daar mijn spullen op de band. Iets te snel voor wat betreft Hoofd-inkoop, want die moet nog iets halen. Als ze terugkomt, staat een forse Groninger kerel haar een beetje in de weg. Ze tikt de man op zijn schouder om te passeren, maar daar is het heerschap niet van gediend en begint “uit te varen”. Ik hoor het even aan en vraag hem dan wat er aan de hand is. “Niets hoor”, zegt ie zalvend. Maar even later begint hij weer te zemelen. Ik word pissig! “Zeg vriend, als er niks aan de hand is, waarom zeik je dan nog steeds door?” Het wordt stil. Maar als we buiten staan, begint de ei.el opnieuw te roepen. Ik tel maar even een paar keer tot 10.
We zijn de komende maanden weer in Nederland!