Zoals gezegd wandelen we gisteravond het stadje Gluckstadt in om Mink zijn verjaardag te vieren. Het eerste etablissement, met een zeer ruim dakterras, heeft weliswaar voldoende plaatsen, maar op de ene plek zijn de kussens kletsnat, op de andere plek mogen we niet zitten, “want er komt nog een groep van 20 mensen.” Tenminste, dat wordt ons onvriendelijk gemeld door een figuur die een emmer vol pruimen zit te pellen.
Bij “Zur Alten Mühle” hebben we meer geluk, hoewel we daar om 8 uur weg moeten zijn. Vreemd is wel dat de jarige job al het bestelde als laatste krijgt, waarbij zijn bier dusdanig laat komt dat er, bij hem, uitdrogingsverschijnselen beginnen te ontstaan, terwijl mijn bier staat te verschralen. Maar het voedsel uit deze “Gutbürgerliche Küche” is uitstekend.
Als we de eetgelegenheid verlaten en in de lucht kijken, lijkt het erop dat het einde der tijden wordt aangekondigd. Beangstigende wolkenpartijen, zo ik die nog nooit eerder heb gezien.
Vandaag gaat het verder naar een camping, omdat er in sommige huishoudens de kleding in “een hoek” kan worden “gezet” en nodig toe is aan een wasbeurt.
Bad Segeberg ligt nabij de westelijke rand van een heuvelland. Aan de westzijde wordt het grondgebied begrensd door de Trave. De Trave is een 124 kilometer lange stroom in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein, die uitmondt in de Lübecker Bocht van de Oostzee. Geologisch is het gebied rond Bad Segeberg bijzonder omdat het het enige karstgebied van Sleeswijk-Holstein is. Karst is de verzamelnaam van het verschijnsel ontstaan door water en kalksteen, of een daardoor gekenmerkt landschap. De grondverzakkingen in de buurt van de stad zijn daarvan een gevolg.Ook “De Kleine Segeberger See” is een ondergelopen grondverzakking.
Tegenover ons is een Duitse Eriba club neergestreken, met de meest uiteenlopende types van deze beroemde caravans. Let even, bij dit exemplaar, op de kleuren van de schoorsteen.