Dit zijn van de zondagen die ik koester, ondanks dat de tv programmering nog niet voorziet in WNL op Zondag en mijn grote vriend Harry Mens. We staan op een zeer vredige camping, tussen het groen en dat trekt ongenode bezoekers.
Datzelfde geldt ook voor het avontuur dat de dames beleven tijdens een wandeling over de camping. In een ietwat opgewonden staat komen ze terug bij de camper en voor ik erachter kan komen wat dan wel de aanleiding kan zijn van deze opwinding, komen ze langzaam tot bedaren. Langzaam komt het verhaal, van Jikke, naar buiten. “We hebben een naakte man gezien”. “Je bedoelt zeker Mink?” probeer ik het verhaal nog in normale proporties terug brengen, “Nee, nee, dan was ik toch niet zo opgewonden geraakt”. Dat punt moet ik haar nageven. Uiteindelijk blijkt ook nog eens dat alles draait om een onderbroek, die de man kennelijk in zijn hand zou hebben gehad, maar dat er verder niets te zien is geweest.
Na deze opwinding voel ik mezelf genoodzaakt vandaag maar voor “Geschirrspüler” te spelen, voordat er brokken van komen.
Dit alles komt mij ter ore als we genoeglijk van ons “aperitief van de dag” zitten te genieten en de dag wordt doorgenomen.
In het zonnetje is het heerlijk toeven, sterker, soms is het zelfs te warm en dat nodigt dan weer uit tot het nuttigen van een extra biertje.
Opeens krijgt Mink een briljant idee, “Zo’n konijn doet het vast en zeker goed op de barbecue”, waarop Jikke hem uitdaagt er eentje te gaan vangen. Hier staat Mink verdacht opgesteld om een exemplaar te verschalken. (hij staat er echt)
Morgen gaat het naar Wismar.