Gewekt worden door de regen, geeft mij altijd een knus gevoel en dan draai ik me nog eens lekker om. De regen blijft aanhouden, waardoor ik een beetje begin te grasduinen in de geschiedenis van de plek waar we staan.
De naam Nijverdal is een samenvoeging van Nijver(heid), komend uit de Thuisnijverheid en (Regge)dal. De Regge was de naam van het vroegere waterschap.
Nijverdal is de enige plaats in Nederland waar (tevergeefs) naar goud gedolven is. Er is begin 20e eeuw hiervoor zelfs een officiële concessie afgegeven voor het delven van goud.
Als wij gisteren het dorp inrijden, om boodschappen te doen en in het centrum aankomen, valt het mij op dat er veel “nieuwbouw” is gepleegd. Grote rijen galerijwoningen, die vooral de Grotestraat “sieren”. Het verbaast me, dat in deze landelijke omgeving, zo weinig authentieke woningen staan, zeker in het centrum. Wat blijkt, Nijverdal werd tijdens het eind van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd door de geallieerden. De Duitse Wehrmacht had zich gevestigd in Nijverdal en daar wou men, doormiddel van dit bombardement, een eind aanmaken. Hierdoor werd het centrum van Nijverdal deels verwoest.
Doordat de Duitse Wehrmacht in het dorp zat zijn in de oorlog de meesten, uit de kleine Joodse gemeenschap, naar Auschwitz en Sobibor gedeporteerd.
Gisteravond worden we getrakteerd op een concert van uilen en aan het geluid te oordelen denken we aan een steenuil.
Nou hoor ik jullie denken, heb jij nu ook al verstand van vogels? Nee, dat niet direct, maar dit geluid is zo duidelijk anders dan het oehoe, oehoe van een “normale” uil, dat zelfs mijn bedgenoot het omschrijft als een huilend kind.
Nu worden we toch al verwend met de vogels om ons heen.
Zo is het Roodborstje bijna “kind aan huis”
en heeft Hoofd-ornitholoog zelfs een Boomklever gespot. Ik moet haar maar op haar mooie blauwe ogen geloven, want ik heb hem, of haar, gemist.