Het is koud, zo rond de 8 graden, maar de zon schijnt als we van de camping vertrekken. Als we Barcelona naderen stel ik voor om even bij Johan aan te wippen. Ali heeft geen bezwaar, dus zo gezegd zo gedaan. Even later bellen we aan. De huishoudster doet open, “Nee, Johan is er niet en Danny is net de deur uit om boodschappen te doen. Maar kom binnen voor een kop koffie “Por Favor” Ze spreekt een beetje gebrekkig Nederlands, heeft ze natuurlijk van Johan geleerd. Na een tijdje gaat de bel en ik loop naar de voordeur, shit daar zit een soort beveiliging op… wat ik ook doe de deur gaat niet open en het bellen houd maar aan… Ali zegt, “Herman de wekker gaat al een tijdje” .
Zon, zon en nog eens zon en om heel eerlijk te zijn is het onderweg mij zelfs een beetje te warm. Hierbij moet ik eerlijkheidshalve melden dat ik een dikke trui aan heb want het is buiten zo’n 8 graden en het waait als een dolle. “Modere Velocidad” staat op de borden boven de weg. En dat wil zoveel zeggen als pas uw snelheid aan. Zeker met deze harde wind, want je ziet de vrachtwagens soms geweldige zwiepers maken.
Maar zo achter het glas is het goed toeven. Het grote genieten gaat beginnen, het zonnetje in de camper maakt het allemaal veel vriendelijker dan de dagen hiervoor. Salvador Dali is voor vandaag even “on Hold” gezet, want de weersverwachtingen zijn dusdanig dat het volgens Ali geen uitstel kan velen om NU naar het Zuiden te verkassen. Sneeuw en harde wind wordt er verwacht. “We doen Dali op de terugweg” is het devies.
Ali maakt foto’s en opeens juicht ze, “Oh wat een mooie foto, deze moet je verplicht gebruiken. Oké, zeg ik, we doen het.
En dan de camping. Het is een enorme camping en de receptie meneer is een chagrijn, die zijn werk doet. Hoelang wilt U, een maand, 14 dagen, een week.. zegt U het maar. Ons standaard antwoord is “Dat weten we niet” en deze zin kennen we in allerlei talen. De zucht van deze meneer geeft iets aan van, “daar heb je weer zo’n stel”. “We hebben geen plaats meer” kijkt nog een op z’n computerscherm en roept, “tot de 20e februari, daarna moet U weg, of naar een andere plek.” Ik heb het al helemaal gehad met deze droogkloot. Op dat moment gaan er in de receptie 2 deuren tegelijk open en vliegen de voorlichtingsbladen van de standaard. Ik begin ze op te ruimen en roep onderwijl naar Ali, “als die Pipo mij nu niet bedankt, flikker ik alles weer op de grond”. Alsof hij Nederlands verstaat roept hij “Gracias señor, gracias.
Dit is ons plekje.
Dit is op 400 meter van de camping.
Op het moment dat ik de Blog zit te tikken zit Ali in de ondergaande zon te genieten van de 20 graden.
O ja, had ik al gezegd dat we hier eerst maar eens een weekje blijven?