Zon 13 graden, in de schaduw 's morgens vroeg.
Ondanks het vroege en frisse uur, zo met de zomertijd, verhuis ik toch nog een keer naar het strand. Ali verzorgt de koffie en het zonnetje doet zijn best. Ik heb verbinding met een paar leuke stations in Nederland, Noorwegen en Duitsland, maar als klap op de spreekwoordelijke vuurpijl....
Vanaf het strand bij Rio-Mar, met een simpele antenne, maak ik verbinding met Australië en wel de Oostkust over een afstand van 16.764 kilometer, Ja inderdaad 16 Duizend Zevenhonderd en Vierenzestig kilometer. Ik word er duizelig van. Mijn dag kan niet meer stuk.
Ik weet niet of dat ook geldt voor deze visserman. Hij is al tijden bezig om met een werpnet een paar visjes te verschalken. Afgezien van de naam, lijken wij wel op elkaar. Ik roep in de ether mijn roepletters en wacht af of er iets terug komt, hij werpt zijn net uit in de hoop dat daar ook iets in komt.
Verschillende keren werpt hij zijn net uit, om vervolgens bij het ophalen te constateren dat er weer niets in zit. Trouwens, Ali maakt deze foto's, want koffie brengen is nog tot daar aan toe, maar meeluisteren naar een paar kerels uit andere landen, gaat haar te ver.
Deze maakt ze ook, waarvan ik in eerste instantie denk, dat het rook is van een fikkie, even verderop. Maar het is een zeer laaghangende bewolking of mistflarden die op de vlucht gaan voor de zon.
Het is trouwens heerlijk toeven op het strand, zo zonder noemenswaardige wind en een fijn zonnetje op de rug. De twee lagen dons zijn dan ook niet helemaal noodzakelijk.
Dat mensje op het strand, dat ben ik in de vroege ochtend. Eenzaam maar niet alleen, zullen we maar zeggen.