maandag 19 december 2016

Meester Buitenpost

Ik zit een beetje te grasduinen op SCHOOLbank en blader wat door de klassenfoto's. Plotseling word ik getroffen door het onderstaande beeld en borrelt de volgende herinnering bij mij naar boven.

In de 5e klas, zo rond 1960/61, kreeg ik het zwaar te verduren op de Gysbert Japiksschool in Sneek. Mede oorzaak was de onderwijzer van die tijd, meester Buitenpost.

Bulletje2fullIk kan kort zijn over hoe ik het karakter van deze figuur zal omschrijven, “Het was, voor mij, een nare man”.  Ten eerste kon hij niet met zijn vingers van leerlingen afblijven en ten tweede schepte hij er een satanisch genoegen in kinderen pijn te doen. Zo kneep hij mij regelmatig in de wang, onder het sissen van de woorden, “JIJ vervelend kereltje”. Het is natuurlijk lastig om jezelf in die periode te omschrijven, maar een vervelende kereltje was ik zeker niet. Tenminste als ik de mensen, die mij uit die tijd kennen, mag geloven.

Ik_3e_Klas Zeg nu zelf, toch een schattig kereltje?

Wat dit sujet, bijnaam Bulletje, bij mij echter nooit deed, praktiseerde hij wel bij andere kinderen. Hij kon venijnig aan een oorlelletje trekken. Dat ging zelfs zover dat eens een kind met een uitgescheurd oorlel, waar het bloed uitliep, van school naar huis vertrok. Even had ik toen de hoop dat het nu wel afgelopen zou zijn met deze terreur, maar dat bleek ijdele hoop. Toen al was ik behept met een gevoeligheid voor onrecht en leek en voelde het of het mijzelf werd aangedaan.

In die tijd vond men, aangezien ik brildragend was en nog steeds ben, dat het beter was dat ik voorin de klas zou zitten, zodat ik goed van het bord zou kunnen lezen. Hierdoor werd het leven in de 5e klas er voor mij niet prettiger op, want zo was ik een eenvoudig mikpunt voor “meneer” Buitenpost zijn treiterijen. Bij een door hem verteld spannend verhaal  sloeg hij, bij de climax, onverwachts keihard met de aanwijsstok, vlak voor mijn neus, op mijn bankje. Hierdoor was ik nog maandenlang angstig als hij ook maar in mijn buurt kwam. Tot op de dag van vandaag weet ik mij nog levendig de laatste woorden van het verhaal te herinneren. “JIJ HEBT MIJN HOUTEN BEEN GESTOLEN”.  Zeker als hij vanuit achterin de klas naar voren kwam en ik ieder moment een klap op mijn achterhoofd verwachtte, hield ik hem schielijk in de gaten. Het mag dan ook geen wonder heten dat ik voorwaardelijk ben overgegaan.

Oosterdijk

Jaren later, dit moet ruim 40 jaar zijn geleden, sta ik op het Oosterdijk in Sneek. We zijn in die tijd al lang niet meer woonachtig in de stad, maar komen nog regelmatig op familiebezoek. In de verte zie ik ontegenzeggelijk de waggelende gang van “Bulletje” aankomen. Ik ben al ruim 15 jaar van school maar mijn bloed schiet naar mijn hoofd en alle opgekropte haat schijnt op die manier mijn lichaam te willen verlaten. Maar.... ik sta achter de kinderwagen van mijn eerstgeborene. Spiedend kijk ik om mij heen, wie kan de kinderwagen even van mij overnemen? Mijn vrouw is nergens te bekennen en de wagen alleen laten gaat mij te ver. Ik heb het gevoel dat het minuten duurt voordat “hij” bij me is. Al die tijd overleg ik bij mezelf wat ik tegen hem zal zeggen en niet te vergeten, “waar ik hem die klap zal geven”. Hoe dichter hij mij nadert, des te meer ik het gevoel krijg uit elkaar te ploffen. Mijn gezicht moet nu wel de kleur van een tomaat hebben aangenomen.

Op het moment dat hij mij passeert bijt ik het bloed uit mijn wang en staar ik, trillend van ingehouden woede, de kinderwagen in.

Even later overvalt mij een gevoel van trots, trots dat ik mij heb kunnen beheersen.

Iets wat ”Bulletje” nooit heeft gedaan.