We hebben het ritme al weer aardig te pakken, ons jaarlijks terugkerend verblijf op Schier.
Toch merk je dat je ouder wordt als Ali mij, de volgende ochtend in de bus naar Lauwersoog, duidelijk maakt dat mijn gedrag veel weg heeft van een kind dat de volgende dag op schoolreisje gaat. “Kunnen we nu alvast mijn koffer inpakken?” of, “Je moet mijn broek niet zo kreukelen”. Ondanks dat is de reis eentje die je voorspoedig kunt noemen. Zelfs in de bus, van de boot naar de Badweg, kunnen we zitten. Dat kan niet worden gezegd van een jong stel dat met twee kinderwagens achterin instappen. Daarmee blokkeren ze in een klap de volledige doorgang in de bus, ook als de chauffeur herhaalde malen omroept dat de mensen “door moeten lopen naar achteren”. Ze kunnen werkelijk geen kant meer op. Erger, als we eenmaal rijden, moeten ze bij iedere halte de beide kinderwagens uit de bus tillen, de mensen uit laten stappen, om vervolgens de kinderwagens weer in de bus te tillen. En nee, ik kan niet helpen, want wij zitten ingebouwd door koffers en dergelijke.
Vandaag is het, als vanouds, weer een half uurtje ‘baantjestrekken’ in het zwembad en zelfs daar komen we weer diezelfde mensen als ieder jaar tegen. Na het zwemmen op de fiets naar het dorp en een kopje koffie drinken bij Hotel van der Werff. Voor na-oorlogse prijzen, nog in de traditie van Jan Fischer. Het hotel kent geen espresso en cappuccino: koffie kun je krijgen, voor 80 cent. Eenmaal weer terug in het appartement worden we uitgenodigd door vrienden om s’middags mee te gaan naar de Begraafplaats Vredenhof, waar we een uitleg krijgen van Wyb Jan Groendijk. Wyb Jan doet tot op de dag van vandaag nog pogingen om nabestaanden te lokaliseren en zodoende de verschillende geschiedenissen van de doden van Vredenhof te acherrhalen.
Aanvankelijk werden aangespoelde drenkelingen op Schiermonnikoog begraven in de duinen. In de 19e eeuw werd dit verboden. In 1863 werden zeven bemanningsleden van een gestrand Zweeds schip begraven op de plek in de buurt van het latere Vredenhof. In 1917 namen enkele inwoners van Schiermonnikoog het initiatief voor de stichting van Vredenhof, een begraafplaats voor de aangespoelde drenkelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook drenkelingen uit de Tweede Wereldoorlog liggen hier begraven.Eén van de stichters van het kerkhof, de hotelhouder Sake van der Werff, werd er zelf op 6 mei 1955 begraven. Na zijn overlijden kwam het beheer van het kerkhof in handen van de stichting "Vredenhof".
Na een pittige wandeling komen we bij Vredenhof waar Wyb Jan Groendijk nog onderhoud aan het plegen is. Enigzins onder de indruk van het grote aantal toehoorders wordt begonnen met de rondleiding.
Bij ieder graf waar we even stilstaan is een foto geplaatst en dat geeft het graf direkt al een “gezicht”. Daarnaast wordt van ieder slachtoffer een verhaal over de manier waarop het vliegtuig neerstortte, het aanspoelen op het strand en verdere achtergronden verteld.
In 1968 verging, boven Ameland, UK 91 , de Urker kotter "De Jonge Albert". Alle 5 opvarenden kwamen om het leven. Na 47 jaar wordt alsnog het op Schiermonikoog aangespoelde lichaam geindentificcerd.
Hieronder een stukje uit het Algemeen Dagblad van 21-8-2015
© anp.
Een van de opvarenden is meer dan 47 jaar nadat het Urker vissersschip UK 91 met vijf bemanningsleden aan boord verging alsnog geïdentificeerd. Het gaat om de toen 28-jarige Albert Zwaan. Hij was al die tijd als anonieme drenkeling begraven op een speciale begraafplaats op Schiermonnikoog, meldt de gemeente Urk vrijdag.
De identificatie is gebeurd door DNA-onderzoek bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Familie van de visser had in juni van dit jaar DNA afgestaan en dat is vergeleken met genetisch materiaal in de databank voor vermiste personen. ,,Er bleek snel een match'', zegt Izanne de Wit-van de Linde van het coldcaseteam Midden-Nederland.
De UK 91 verging tijdens een storm op 24 januari 1968 zo'n 20 kilometer ten noorden van Ameland. Maanden later spoelde een stoffelijk overschot aan op Schiermonnikoog, maar met de techniek van toen kon niet worden vastgesteld wie het was. Dat blijkt nu om Zwaan te gaan.
De manier waarop ons dit verhaal, met veel gedetallieerde informatie, wordt verteld is indrukwekkend. Op deze manier wordt een begraafplaats niet alleen een laatste rustplaats maar krijgt een diepere betekenis, zeker door de verhalen van alle familieleden van de overledenen die door Wiebe Jan zijn verzameld.
De wandeling terug naar het dorp valt zwaar, niet in het minst door de afstand, waar we in Hotel van der Werff nog kunnen genieten van een overheerlijke glas Glühwein.