Het is Herfstvakantie en dus hebben we, nu we thuis zijn, de kleinkinderen te logeren. Natuurlijk is dat een groot genoegen omdat wij de dames en heren voor een lange periode niet meer hebben “meegemaakt”. Ik weet het, het is een keuze die je maakt, als je besluit voor langere tijd er met je camper op uit te trekken. Tussendoor, zo om de drie maanden, zijn we in Nederland en zien de kids, maar de oppas periodes zijn dan, relatief, kort. Zeker door de kids wordt dit als een gemis beschouwd. Als voorbeeld geef ik hier een gedicht weer, dat één van onze kleindochters voor ons schreef.
Let wel, deze dame is 9 jaar en dicht er lustig op los. (de spelfouten worden gewijd aan haar zojuist ontdekte dyslexie.)
Afgelopen dagen, tijdens een logeerpartij, hoorde ik een logeetje “piepen” over een beestje op haar kamer. En geloof me, mijn geduld dreigde een beetje op te raken. “Ik word wel een beetje moe van dat gezeur” opperde ik, toen ik genoeglijk in bed lag en eindelijk “Mijn” televisie programma kon bekijken. Terwijl ik naar de tv lig te kijken ontdek ik een “vliegend” insect.
Ik geloof dat het nu tijd wordt om mijn fobie voor “insecten” te openbaren.
Hoe groot of klein ze ook zijn, welke vorm ze ook hebben, ik roep altijd mijn “redder in nood” erbij. Ik bedenk me hoe ik één en ander, op een acceptabele manier, kan verwoorden. Panisch ben ik, als ik ook maar het kleinst mogelijke insect ontdek. Denk niet dat ikzelf een dergelijk monster naar het leven sta, nee, dit laat ik over aan mijn Ali. Terwijl ik dit schrijf zie ik, in gedachten, mijn stoere mannelijkheid bij diverse lezers en lezeressen verschrompelen. Mijn fantasie beelden van adorerende lezeressen , die smachtend mijn signeer sessies bezoeken, vaporiseren voor mijn ogen.
Terwijl ik rondkijk ontdek ik steeds meer vliegende monsters. Op dat moment heb ik nog niet gedronken, maar dringt bij mij steeds meer het lied “Beestjes” van Peter Koelewijn bij me op.
weet je wat ik zie als ik gedronken heb
allemaal beestjes
zoveel beestjes om me heen
oh ik weet wel dat ik me nou zelf nep
want er zijn geen beestjes
maar ik zie beestjes om me heen
beestjes beestjes
op mn dekens in mn kussens kijk maar
in mn oren in mn neus en in mn haar
en ze lopen steeds door elkaar
beestjes beestjes
hele legers lopen daar over de grond
kijk ze rukken op langs het plafon
en de kamer draait maar in het rond
Niet één, maar wel 6 “bugs” zie ik door de kamer vliegen en tegen het plafond kruipen. In paniek roep ik Ali.
Mij bekruipt nu de behoefte om hier een prachtig heroïsch verhaal van te maken, maar de werkelijkheid is, dat Ali een aantal “Lieveheerbeestjes” vangt en geruststellend beweert dat ze “nu werkelijk allemaal verdwenen zijn”. Vijftien minuten later zie ik wederom een aantal door de kamer rondkruipen en zelfs vliegen. Onze oudste kleindochter meent dat Ali minstens “honderd” heeft gevangen. IK ben bang dat het aantal bij haar is verdubbeld door mijn hysterische reacties.
Mij rest niet anders om nu, onder het genot van een borrel, dit verhaal met U te delen.
Ik weet dat mijn,”toekomstige” Diëtiste mij de alcohol gaat verbieden, dus….
Proost mensen.