Als de ene reis wordt afgesloten, volgt er altijd weer een plan voor een nieuwe reis.
Begin januari 2020 staat er op onze reisrol de trip naar Spanje, om via Barcelona richting Benicasim te reizen om vervolgens de komende maanden in respectievelijk Oliva en Benidorm door te brengen
Zoals bekend, het loopt allemaal even anders.
Voor we vertrekken consulteer ik nog even mijn apotheker, omdat ik toch wel een donkere urine produceer en dat wijt aan de verandering van een medicijn. De apotheek ziet, na onderzoek, geen oorzaak in het medicijngebruik, dus gaan we op pad.
Na een paar dagen Barcelona en een maand Benicasim vertrekken we richting Oliva, waar we een prachtige plek vlak bij het strand krijgen. We kletsen weer lekker bij met onze Duitse vrienden, die we hier ieder jaar tegenkomen.
Maar dan strooit Covid-19 roet in het eten en worden we genoodzaakt, half maart, terug te keren naar Nederland. We ruimen de camper uit, brengen deze naar de stalling en gaan in vrijwillige quarantaine.
De boodschappen worden door de AH thuis gebracht en we leven, saampjes, een min of meer teruggetrokken leventje. Het moet gezegd: “Het valt ons niet tegen”, sterker nog , het bevalt ons stiekum wel. Het is mooi weer en ook hier schijnt de zon volop.
In juni, komen we normaliter terug uit Spanje, brengen we de geplande bezoekjes aan de diverse artsen, zoals de tandarts. Ook een halfjaarlijks bezoek aan de verpleegkundige om de stand van zaken rond mijn diabetes te laten onderzoeken. Door 15 kilo af te vallen heb ik hiervoor geen medicijnen nodig. Dan komt de kleur van mijn urine ter sprake. “Dat laten we toch maar even onderzoeken” is de doortastende conclussie van de verpleegkundige.
Via de huisarts komt er een verwijzing naar Urologie en op 4 augustus word ik opgeroepen voor een inwendig onderzoek, of zoals ze dat noemen een “Cystoscopie”.
Op voorhand wil ik U, beste lezers en lieve lezeressen, meegeven dat dit persoontje een nogal zorgwekkende instelling heeft omtrent alles wat ook maar met ziekte te maken heeft. Injecties, zelfs als ze op beelden worden getoond, zijn aan mij niet besteed. Sterker, ik kan het niet aanzien. Bloedprikken en aanverwante handelingen veroorzaken bij mij enorme opvliegers, terwijl gezien mijn sexe dat toch onmogelijk zou moeten zijn. Geloof het of niet, maar terwijl ik hierover schrijf, begin ik al lichtjes te zweten.
Hierdoor ga ik nu geen beschrijving geven van dit onderzoek, maar volsta ik met een afbeelding, die voor de mannen onder ons wel tot de verbeelding zal spreken.
Na het onderzoek(je) volgt een gesprek met de urologe in opleiding. Een zeer prompte jonge dame die er geen doekjes omwindt. Er is een tumor in de blaas ontdekt. Op de vraag van mijn Hoofd steun en toeverlaat “kan het kanker zijn?” is het antwoord “Ja, het is kanker”. Niet geheel tevreden met het antwoord volgt de vraag; “kan het ook nog iets anders zijn”. Hierop is het antwoord: “Nee”. Nou, daar kun je het dan weer mee doen, nietwaar?
Op 10 augustus volgt een CT scan, waarvan de uitslag een week later komt van de behandelend uroloog, die ook de noodzakelijke operatie gaat uitvoeren om de tumor(en) te verwijderen. Ik vind overigens “poliep” vriendelijker klinken dan tumor, maar dit terzijde. Over de CT scan is hij zeer tevreden en de urine leiders, de gal en de nieren zijn nog niet aangetast.
Er volgen allerlei telefonische gesprekken met diverse functionarissen van het ziekenhuis omtrent de aangekondigde operatie. Waaronder met de anesthesie, waarbij ik kies voor algehele narcose.
Op dinsdag 25 augustus word ik welkom geheten in het Martiniziekenhuis en volgt de operatie, met daarop volgend een chemokuur, doormiddel van een radioactie spoeling in de blaas. Bij het verwijderen van de katheter is de verpleegkundige gekleed als een Michelin mannetje in beschermende kleding, compleet met bril en masker. De komende dagen moet ik thuis op een apart toilet plassen en eerst het deksel sluiten, alvorens door te spoelen. Dit in verband met de aerosolen van de radio actieve deeltjes. Ik heb het 's nachts uitgeprobeerd, “ik geef geen licht bij het plassen”.
Een week later is de bespreking met de chirurg, over de bevindingen. Er is een grote tumor verwijderd, maar een 2e operatie is noodzakelijk om eventueel achtergebleven kankerweefsel nog te verwijderen. Bij die operatie kan ook worden vastgesteld of het spierweefsel van de blaas is aangetast. Dit laatste zou tot gevolg hebben dat de gehele blaas verwijderd dient te worden.
Het opgenomen worden in het “ziekenhuis ritueel” herhaald zich de volgende dagen. Ondertussen word ik door de hele familie en vriendenkring gesteund. Ook uit onverwachte hoek komt steun. De vriendin van onze garagehouder komt met een titel van een boek. “Mind Body Spirit” van Alberto Villoldo. De ondertitel van het boek is “de praktijk van Sjamanistische genezing” .
Tja, ik hoor en zie al een aantal van jullie de titel en ondertitel nog een aantal keer lezen, om dan schouderophalend verder te lezen (of niet). Mijn reactie is eigenlijk hetzelfde, maar ondanks dat, bestel ik het boek. Het blijkt een uiteenzetting van de leef- en voedingswijzen van Sjamanen uit het oerwoud van de Amazone. De schrijver heeft jarenlang onder en tussen deze mensen geleefd. Tijdens een levensbedreigende ziekte komt hij tot verschillend inzichten en voedingswijzen en geneest, tegen alle verwachtingen in.
Tijdens het lezen van dit boek, ik heb nog niet een tiende gelezen, merk ik dat mijn angsten langzaam op de achtergrond verdwijnen. Sterker nog, er is weer plaats voor, soms lugubere, grappen. Tijdens een bespreking met de arts, vraag ik hoelang ik nog te leven heb. “Dat kan ik niet zeggen”, antwoordt de arts. “Tja”, antwoord ik ”ik wil namelijk nog een nieuwe telefoon kopen en dat moet wel rendabel zijn”.
Een bekend verschijnsel voltrekt zich ook bij mij. Stel, je bent van plan een nieuwe auto te gaan kopen, of hebt gekocht. Je zult zien dat vanaf dat moment je steeds vaker dat specifieke merk auto tegenkomt. Allerlei artikelen over de relatie van het Westerse gebruik van teveel suikers, gluten en nachtschade groentes en het krijgen van kanker kom ik tegen. Net zo min als ik niet de bijwerkingen van mijn medicijnen lees, sla ik deze artikelen op bij mijn digitale documenten, om ze later eens te gaan lezen.
Op 23 september volgt de tweede operatie en 6 dagen later mag ik de uitslag verwachten.
Ik ben nu al een paar dagen “van de Wereld”, want het volgende is mijn deel.
Dagen, voorafgaande aan de eerste operatie hebben mijn beschermengel en ik de meest diepe gesprekken. Want met kanker in je onderlijf bestaat er een grote kans dat het allemaal niet lang meer kan duren, zo zijn mijn gedachten. Hoewel het boek van Alberto mij op de achtergrond tot vertrouwen maant. Na de tweede operatie hebben een medepatient en ik grote lol, ondanks ons gezamelijke lot. Ook zijn vrouw deelt ons lot, want al meer dan 20 jaar heeft ook zij dezelfde kwaal.
Dan, de dag voor de bespreking word ik ziekjes, zweterig, maar net geen koorts. Mijn borst doet pijn, dus ademhalen gaat lastig. De volgende ochtend bel ik met het ziekenhuis, om te overleggen of het wel verstandig is naar het ziekenhuis te komen. “Wie wilt U spreken?” vraagt de secretaresse. “De uroloog, want met haar heb ik een afspraak!”. “Aha, die zit toevallig vlak naast me!” meldt de juffrouw aan de telefoon. Ik krijg de urologe aan de telefoon en leg mijn twijfel aan haar uit. “Tja”, zegt deze,” ik weet dat U het liever Vis a Vis doet, maar dit bericht durf ik ook wel via de telefoon te vertellen.”
“Bij de tweede operatie is geen enkele kankercel meer ontdekt, U bent zo gezegd SCHOON”.
Terwijl ik vol schiet, legt zij rustig uit wat het volgende traject is. Spoelingen iedere week, later om de drie maanden, dan halfjaarlijks tot het traject over 3 jaar eindigt. Natuurlijk word ik tussendoor regelmatig onderzocht, maar is de behandeling vanaf NU preventief!
We beginnen aan een nieuwe reis!