maandag 10 oktober 2016

Trots

Zo langzamerhand vind ik het lastig worden om echt trots te zijn. Oké, het lijkt een wat loze uitspraak, maar laat ik het proberen te verduidelijken. Ik schrijf, waarvan een gedeelte daarvan ik publiceer, via dit medium in de vorm van een blog. Nu heeft een deel van mijn familie een probleem met mijn zogenaamde openheid, waardoor ik wel eens in de problemen kom, of laat ik het gewetensnood noemen.

Want hoe trots was ik toen mijn oudste kleindochter haar eerste optreden in een musical gaf. Ik weet het, het was geen spectaculaire voorstelling, daar op de camping, maar toch, ik was trots. Maar mij werd duidelijk te kennen gegeven om daar geen „kond“ van te doen. Hoe ik ook aandrong, hoe ik ook probeerde de anonimiteit te gaan waarborgen, niets hielp. Mijn handen waren gebonden.

  Hand

Dan de keer dat mijn op één na oudste kleindochter haar prachtige goudblonde lokken liet afknippen. Om die te schenken aan kinderen die door kanker hun haar verliezen en daar dan een pruik van kunnen maken.

Kort    Lang

Ik kreeg de foto’s, maar mocht ze niet gebruiken. Nu doe ik het toch, stiekem. Want hoe trots kun je op je kleinkind zijn, als ze haar eigen schoonheid opoffert aan de medemens?

Trots heeft vele gezichten, want je kunt gemakkelijk plaatsvervangend trots op iets zijn. Zoals je ook plaatsvervangende schaamte kunt hebben. Zo was ikzelf jarenlang uitzonderlijk trots op Johan Cruijff. Gewoon omdat hij ook Nederlander was. Eigenlijk kon hij, in mijn ogen, helemaal niets verkeerd doen. Mensen die kritisch over hem waren, deugden volgens mij niet helemaal, of waren behept met een vorm van jaloezie. De klap was dan ook groot toen ik, terwijl we op een Spaanse camperplek in Tavernes de Valldigna stonden, hoorde dat hij was overleden. Pas na een uur durfde ik uit de bloedhete camper te komen en mijn betraande ogen aan de omgeving te tonen. Mijn trots was gekrenkt tot in mijn diepste ziel. Dat krenken komt ook naar boven als de zogenaamde „Millennials“, zich afgunstig tonen op zaken die wij hebben bereikt door 50 jaar te werken. We worden afgezet als de „Babyboomers“ die het er maar van nemen, zonder rekening te houden met de jeugd. Hoe durf ik dan, in hemelsnaam, trots te zijn op mijn huis, mijn auto en niet te vergeten, mijn camper? Maar ik draaf door!

De trots komt weer naar boven als mijn oudste kleinzoon mij vertelt dat hij nu op voetbal zit. Jarenlang is hij op zoek naar een bevredigende sport. Zo zit hij even op Judo, waar hij als „Rookie“ iedereen de baas is. Ook bij de padvinderij probeert hij zijn geluk te vinden. Maar voetbal, dat is zijn echte passie. De meest ingewikkelde trucs oefent hij „tot in den treure“ waarbij ik mij vaak afvraag waar hij het geduld vandaan haalt. Jarenlang, zie ik hoe hij probeert „mee te doen“ met de veel oudere knapen op de camping, maar verder dan „op doel“ staan komt hij niet. Tot afgelopen zomer, hij wordt gekozen in het campingteam. Deze week is het echt zover. Hij speelt zijn eerste officiële  wedstrijd en ik ben daar natuurlijk bij. Terwijl we het sportterrein oplopen, ziet Ali hem al staan in een veel te grote zwarte broek en een fel geel shirt van de voetbal club HOC in Odoorn.

  Milan_2 Milan_1

Zowel op de broek, als achterop het shirt prijkt met grote cijfers het nummer 14. Ik schiet vol en zie de eerste minuten geen kans om een scherpe foto te maken. Hij ziet me staan en tijdens de eerste helft rent hij zich werkelijk de longen uit zijn kleine lijf. Kijk, dan is opa trots en geen “jongeling” die mij daar vanaf kan brengen.